Ceci est une version HTML d'une pièce jointe à la demande d'accès à l'information 'Bijkomende documentatie luchtsaneringsplan'.

 
 
EUROPESE COMMISSIE 
 
Brussel, 6.7.2012  
C(2012) 4525 final 
  
BESLUIT VAN DE COMMISSIE 
van 6.7.2012 
inzake de kennisgeving door het Koninkrijk België van een uitstel van de termijn voor 
het bereiken van de grenswaarden voor NO2 in drie luchtkwaliteitszones  
(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek)  
 
NL    NL 

 
BESLUIT VAN DE COMMISSIE 
van 6.7.2012 
inzake de kennisgeving door het Koninkrijk België van een uitstel van de termijn voor 
het bereiken van de grenswaarden voor NO2 in drie luchtkwaliteitszones  
(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek)  
DE EUROPESE COMMISSIE, 
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, 
Gezien Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 
betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa1, en met name artikel 22, lid 4, 
Overwegende hetgeen volgt:  
(1) 
De luchtkwaliteitsgrenswaarden voor NO2 zijn wettelijk verbindend sedert 1 januari 
2010, overeenkomstig Richtlijn 1999/30/EG van de Raad van 22 
april 1999 
betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, 
zwevende deeltjes en lood in de lucht2. 
(2) 
Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Richtlijn 2008/50/EG kan een lidstaat de termijn 
uitstellen tot uiterlijk 2015 – het jaar waarin de naleving van de grenswaarden voor 
NO2 een feit dient te zijn – indien de lidstaat aantoont dat overeenstemming met de 
grenswaarden tegen 1 januari 2010 niet haalbaar is en mits een luchtkwaliteitsplan 
wordt opgesteld waaruit blijkt dat die overeenstemming vóór het verstrijken van de 
nieuwe termijn zal worden bereikt. 
(3) 
België heeft de Commissie bij een op 5 oktober 2011 geregistreerde brief in kennis 
gesteld van een in artikel 22, lid 1, van Richtlijn 2008/50/EG bedoeld uitstel van de 
termijn voor het bereiken van de jaargrenswaarde voor NO2 in drie 
luchtkwaliteitszones (Brussel, de haven van Antwerpen en de agglomeratie 
Antwerpen), zoals omschreven in de bijlage bij dit besluit.  
(4) 
Deze kennisgeving is beoordeeld overeenkomstig de richtsnoeren in de mededeling 
van de Commissie inzake kennisgevingen van uitstel van tijdstippen waarop aan 
grenswaarden moet worden voldaan en vrijstelling van de verplichting om bepaalde 
grenswaarden toe te passen overeenkomstig artikel 22 van Richtlijn 2008/50/EG 
betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa3 (hierna "de mededeling" 
genoemd) en overeenkomstig het werkdocument van de diensten van de Commissie 
houdende richtsnoeren voor het opstellen van kennisgevingen van uitstel van de 
termijn voor het bereiken van de grenswaarden voor NO2 uit hoofde van Richtlijn 
                                                 

PB L 152 van 11.6.2008, blz. 1. 

PB L 163 van 29.6.1999, blz. 41. 
3 COM(2008) 
403. 
NL 
2  
 
NL 

 
2008/50/EG4. De kennisgeving werd ingediend met gebruikmaking van de formulieren 
zoals vastgesteld in het werkdocument van de diensten van de Commissie5 dat de 
mededeling vergezelde.  
(5) 
De Commissie heeft vastgesteld dat in de oorspronkelijke kennisgeving bepaalde 
relevante gegevens ontbraken, en zij heeft de Belgische instanties bij brief van 
1 december 2011 verzocht de kennisgeving te vervolledigen. Aangezien de Belgische 
instanties essentiële aanvullende gegevens hebben verstrekt bij brief van 22 december 
2011, gaat de termijn voor de beoordeling van de kennisgeving door de Commissie in 
op de dag volgend op de dag waarop die gegevens officieel zijn ontvangen, namelijk 
6 januari 2012.  
(6) 
In de kennisgeving hebben de Belgische instanties gegevens verstrekt over het jaar 
2010 teneinde dit als referentiejaar en als basis voor de beoordeling van het uitstel van 
de termijn voor het bereiken van de jaargrenswaarde voor NO2 in de drie zones te 
gebruiken. De Commissie is van mening dat aangezien de kennisgeving na het 
verstrijken van de initiële nalevingstermijn werd ingediend, het jaar 2010 een 
geschikte basis vormt voor de beoordeling. 
(7) 
De Belgische kennisgeving ging vergezeld van luchtkwaliteitsplannen voor alle 
aangemelde zones. Wat betreft zone 1 is het luchtkwaliteitsplan aangenomen in 2002 
en omvat het niet alle informatie over de maatregelen, het tijdschema voor de 
uitvoering en het verwachte effect op de concentratieniveaus wanneer de verlengde 
termijn zal zijn verstreken. Volgens de aanvullende informatie die de Belgische 
instanties hebben ingediend, wordt er een nieuw plan voorbereid; er zijn echter geen 
gegevens over de aanneming, de uitvoeringstermijn of het tijdschema daarvan 
verstrekt. Op te merken valt dat een plan als een voor kennisgeving overeenkomstig 
artikel 22 in aanmerking komend luchtkwaliteitsplan wordt aangemerkt indien het 
door de bevoegde instanties officieel is bekrachtigd, zodat het een formele verbintenis 
vormt om de noodzakelijke bestrijdingsmaatregelen te nemen teneinde de naleving 
van de NO2-grenswaarden vóór het verstrijken van de nieuwe termijn te garanderen. 
De Commissie merkt voorts op dat de Belgische instanties in antwoord op haar 
verzoek om aanvullende informatie bepaalde gegevens hebben verstrekt over de 
maatregelen met betrekking tot de belangrijkste NO2-emissiebronnen na het jaar 2002. 
De Commissie heeft daarom besloten die informatie te gebruiken bij haar beoordeling 
van de kennisgeving. De luchtkwaliteitsplannen voor de zones 2 en 3 voldoen aan de 
meeste eisen van deel A van bijlage XV bij Richtlijn 2008/50/EG. Uit de beoordeling 
komt evenwel naar voren dat voor de zones 2 en 3 geen informatie over het 
vastgestelde effect van de maatregelen is verstrekt, en ook geen klimaat- en 
topografische gegevens. De Commissie merkt op dat wel het totale geraamde effect 
van de maatregelen voor die zones wordt vermeld. 
(8) 
Om te beoordelen of aan de voorwaarden voor het uitstellen van de NO2-termijn is 
voldaan, moeten de belangrijkste verontreinigingsbronnen worden geïdentificeerd die 
bijdragen aan de vastgestelde concentraties. Die bronaanwijzing dient precies genoeg 
te zijn om te kunnen analyseren welke maatregelen moeten worden genomen om de 
belangrijkste verontreinigingsbronnen aan te pakken.  
                                                 
4 SEC(2011) 
300. 
5 SEC(2008) 
2132. 
NL 
3  
 
NL 

 
(9) 
De Commissie is tot de vaststelling gekomen dat de aanwijzing van de bronnen door 
de Belgische instanties voor de drie aangemelde zones op elke schaal volledig is. De 
Belgische instanties hebben het verkeer aangewezen als de belangrijkste bron die 
bijdraagt tot de hoge NO2  -concentraties op plaatselijk niveau in alle zones. Op 
stadsniveau worden andere bronnen, waaronder industrie, landbouw, commerciële 
activiteiten en huishoudelijke bronnen, aangewezen als significante componenten 
naast het verkeer. De beoordeling door de Commissie bevestigt dat de vaststelling en 
kwantificering van de bijdragen van de verschillende bronnen zoals meegedeeld door 
de Belgische instanties, een relevante en redelijke basis vormt voor de beoordeling. 
(10) 
België heeft kennis gegeven van een uitstel van de termijn voor het bereiken van de 
NO2 -jaargrenswaarde tot 1 januari 2015 voor alle zones.  
(11) 
Teneinde te beoordelen of het niet mogelijk was geweest de grenswaarden voor NO2 
reeds tegen 1 januari 2010 na te leven, moet worden bekeken wanneer zich in elk van 
de zones voor het eerst een overschrijding heeft voorgedaan die aanleiding gaf tot 
verminderingsmaatregelen overeenkomstig Richtlijn 1999/30/EG, en of relevante 
maatregelen zijn genomen met betrekking tot de geïdentificeerde bronnen.  
(12)  De Commissie stelt vast dat de relevante bronnen in alle zones zijn aangepakt. 
Volgens de gegevens die de Belgische instanties hebben overgelegd, zijn 
overschrijdingen die tot verplichte verminderingsmaatregelen met betrekking tot de 
NO2-concentraties leiden, in zone 1 voor het eerst vastgesteld in 2005 en in de zones 2 
en 3 voor het eerst in 2008. De Belgische instanties hebben in hun kennisgeving een 
uitvoerige lijst opgenomen van maatregelen met betrekking tot verkeer en industrie als 
bronnen van verontreiniging in de drie zones. De Belgische instanties hebben 
aangegeven dat er weliswaar maatregelen zijn genomen tegen de verontreiniging door 
het verkeer, maar dat het effect van die maatregelen overschat is. De moeilijkheid om 
verkeersemissies binnen het gegeven tijdsbestek doeltreffend aan te pakken en het feit 
dat de maatregelen van de Unie met betrekking tot het verkeer minder effect hebben 
gesorteerd dan verwacht, werden aangevoerd als redenen waarom in de drie zones 
geen conformiteit kon worden bereikt binnen de initiële termijn. De Commissie merkt 
op dat de Belgische instanties vóór 2010 actie hebben ondernomen om de sectoren die 
bijdragen aan de hoge NO2-concentraties aan te pakken. Op grond van de door de 
Belgische instanties verstrekte uitleg is de Commissie van mening dat het in de lijn der 
verwachting lag dat ondanks de door de Belgische instanties getroffen 
verminderingsmaatregelen conformiteit met de jaargrenswaarde voor NO2  in  de  drie 
zones niet tegen 1 januari 2010 zou worden bereikt.  
(13) 
Om te kunnen beoordelen of de NO2-jaargrenswaarde tegen het einde van de nieuwe 
termijn kan worden nageleefd, moeten de door de lidstaat voor dat tijdstip geraamde 
concentratieniveaus en het geschatte effect van de extra maatregelen die in het bij de 
kennisgeving gevoegde luchtkwaliteitsplan worden voorgesteld, in aanmerking 
worden genomen.  
(14)  De Commissie merkt op dat de Belgische instanties om het maximale toelaatbare 
uitstel voor naleving van de NO2-jaargrenswaarde in alle zones hebben verzocht. 
Gezien de gevolgen voor de volksgezondheid moet de duur van een eventueel uitstel 
tot het absoluut noodzakelijke worden beperkt. Daarom moet worden beoordeeld of 
conformiteit niet vóór de in de kennisgeving voorgestelde termijn tot stand kan 
worden gebracht. 
NL 
4  
 
NL 

 
(15)  Om te kunnen beoordelen of de in het vooruitzicht gestelde conformiteit tegen de 
nieuwe termijn realistisch is, eist de Commissie precieze en uitvoerige informatie over 
de omvang en de effecten van de geplande verminderingsmaatregelen, met inbegrip 
van een duidelijk tijdschema voor de uitvoering van die maatregelen.  
(16) 
Wat zone 1 betreft, blijkt uit de door België verstrekte informatie dat conformiteit met 
de NO2-jaargrenswaarde niet eerder dan 2018 wordt verwacht. In het licht van de in 
zone 1 bestaande kloof tussen de reële situatie en de wettelijke grenswaarde, alsook 
van de meegedeelde prognoses en de genomen of geplande maatregelen, is de 
Commissie van mening dat België niet heeft aangetoond dat het mogelijk is de NO2-
jaargrenswaarde tegen 2015 na te leven. 
(17)  Wat de zones 2 en 3 betreft, hebben de Belgische instanties gegevens over de 
voorspelde NO2-concentratieniveaus in 2015 ingediend die redelijk en realistisch 
lijken. Alle relevante bronnen zijn aangepakt met lopende maatregelen, waaronder 
specifiek op het verkeer gerichte maatregelen. Hoewel de 'nalevingskloof' in 2010 
klein was, zullen de meeste maatregelen pas in 2014-2015 of later hun volledige effect 
sorteren. Daarom is het volgens de Commissie redelijk te veronderstellen dat 
conformiteit niet vóór 2015 bereikbaar is en dat België, met de thans reeds lopende 
maatregelen en mits de aanvullende verkeersgerichte maatregelen strikt en 
doeltreffend worden toegepast, heeft aangetoond dat conformiteit met de NO2-
jaargrenswaarde in de zones 2 en 3 tegen 2015 haalbaar is. 
(18)  Ten aanzien van de tenuitvoerlegging door de Belgische instanties van de in 
onderdeel 2 van deel B van bijlage XV bij Richtlijn 2008/50/EG genoemde wetgeving 
merkt de Commissie op dat België naar verwachting in 2010 zijn nationale 
emissieplafond voor stikstofoxiden ex Richtlijn 2001/81/EG van het Europees 
Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake nationale emissieplafonds voor 
bepaalde luchtverontreinigende stoffen6 zal overschrijden, en dat zulks waarschijnlijk 
gevolgen zal hebben voor de NO2-concentratieniveaus. Derhalve verwacht de 
Commissie van de Belgische instanties dat zij de nodige actie ondernemen om te 
garanderen dat de eisen van Richtlijn 2001/81/EG worden nageleefd. 
(19)  De Commissie is van oordeel dat de Belgische instanties alle in onderdeel 3 van 
deel B van bijlage XV bij Richtlijn 2008/50/EG genoemde maatregelen in overweging 
hebben genomen. 
(20) 
In het licht van het voorgaande is de Commissie van oordeel dat bezwaar moet worden 
gemaakt tegen het uitstel van de termijn voor het bereiken van de NO2-
jaargrenswaarde in zone 1, omdat België niet heeft aangetoond dat conformiteit met 
die grenswaarde uiterlijk tegen 1 januari 2015 haalbaar is.  
(21)  Wat de zones 2 en 3 betreft, is de Commissie van oordeel dat geen bezwaar moet 
worden gemaakt tegen het uitstel van de termijn voor het bereiken van de NO2-
jaargrenswaarde in die zones. 
(22)  Gedurende de uitstelperiode blijven de NO2-jaargrenswaarde en de maximale 
overschrijdingsmarge overeenkomstig artikel 22, lid 3, van Richtlijn 2008/50/EG van 
toepassing. Om de Commissie in staat te stellen de naleving van die bepaling te 
                                                 

PB L 309 van 27.11.2001, blz. 22. 
NL 
5  
 
NL 

 
verifiëren, dient België de Commissie jaarlijks gegevens te verstrekken waaruit blijkt 
dat de concentratieniveaus in de zones 2 en 3 de NO2-jaargrenswaarde, verhoogd met 
de maximale overschrijdingsmarge, niet overschrijden. 
(23)  Om ervoor te zorgen dat de Commissie de tenuitvoerlegging van het 
luchtkwaliteitsplan en de verminderingsmaatregelen in kwestie kan controleren, dient 
België de Commissie voor de zones 2 en 3 informatie te verschaffen over de 
beoordeling van de luchtkwaliteit, met betrekking tot de omvang van het 
overschrijdingsgebied, de lengte van wegen met overschrijding en de omvang van de 
blootgestelde bevolking in het kalenderjaar volgend op de dag waarop de 
uitstelperiode verstrijkt. 
(24) 
Het uitstel dient te gelden voor de luchtkwaliteitszones 2 en 3 als omschreven in het 
referentiejaar 2010. Teneinde te garanderen dat het uitstel geldt voor het in dit besluit 
omschreven areaal, dienen eventuele wijzigingen van de grenzen van de betrokken 
zones die in de loop van de uitstelperiode worden doorgevoerd, vooraf door de 
Commissie te worden goedgekeurd, 
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:  
Artikel 1 
 
1. 
Er wordt bezwaar gemaakt tegen het door het Koninkrijk België aangemelde uitstel 
van de termijn voor het bereiken van de in bijlage XI bij Richtlijn 2008/50/EG 
vastgestelde NO2-jaargrenswaarde in zone 1 als omschreven in de bijlage bij dit 
besluit.  
2. 
Er wordt geen bezwaar gemaakt tegen het uitstel van de termijn voor het bereiken 
van de in bijlage XI bij Richtlijn 2008/50/EG vastgestelde NO2-jaargrenswaarde in 
de zones 2 en 3 als omschreven in de bijlage bij dit besluit. Het uitstel geldt tot en 
met 1 januari 2015.  
Artikel 2  
1. 
Het Koninkrijk België verstrekt de Commissie gegevens over de kalenderjaren 2010 
tot en met 2014 waaruit blijkt dat de concentratieniveaus in de zones 2 en 3 lager zijn 
dan de NO2-jaargrenswaarde, verhoogd met de in bijlage 
XI bij Richtlijn 
2008/50/EG vermelde maximale overschrijdingsmarge. Die gegevens worden 
overgelegd middels de jaarlijks in te dienen vragenlijst als bedoeld in artikel 1 van 
het besluit van de Commissie van 29 april 2004 houdende vaststelling van een 
vragenlijst voor het jaarlijkse verslag over de beoordeling van de luchtkwaliteit 
overeenkomstig de Richtlijnen 96/62/EG en 1999/30/EG van de Raad en de 
Richtlijnen 2000/69/EG en 2002/3/EG van het Europees Parlement en de Raad7. 
                                                 

PB L 156 van 30.4.2004, blz. 84. 
NL 
6  
 
NL 


 
2. 
Het Koninkrijk België verstrekt de Commissie uiterlijk tegen 30 september 2016 
informatie waaruit blijkt dat de in bijlage XI bij Richtlijn 2008/50/EG vastgestelde 
NO2-jaargrenswaarde in de zones 2 en 3 wordt nageleefd. 
3. 
Voor in de loop van de uitstelperiode doorgevoerde wijzigingen van de grenzen van 
de luchtkwaliteitszones 2 en 3 ten opzichte van de grenzen in het referentiejaar 2010 
die het toepassingsbereik van het uitstel kunnen beïnvloeden, is de voorafgaande 
goedkeuring van de Commissie vereist. 
Artikel 3 
Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België. 
Gedaan te Brussel, op 6.7.2012 
 
Voor de Commissie 
 Janez 
POTOČNIK 
 
Lid van de Commissie 
NL 
7  
 
NL 

 
BIJLAGE  
Zones en agglomeraties waarop de kennisgeving betrekking heeft, overeenkomstig de in het 
jaarlijkse luchtkwaliteitsverslag voor het referentiejaar 2010 vastgestelde grenzen. 

Zonenummer  Code van de zone  Naam van de zone 
Uurgrenswaarde 
(h) 
en/of 
jaargrenswaarde (a) 
1 BEB10A 
Brussel 

 

BEF01S 
Haven van Antwerpen 
a  
3 BEF02A 
Agglomeratie 
Antwerpen

 
NL 
8  
 
NL