Ceci est une version HTML d'une pièce jointe à la demande d'accès à l'information 'Ontwerpresoluties online te raadplegen vóór elke gemeenteraad + toelichting /bijlagen'.

 
ONTWERPDAGORDE VAN DE GEMEENTERAAD 
 
Gemeente Kraainem 
 
Zitting van 25/04/2023
 
Van 19:00 uur tot 22:00 uur 
 
 
 
OPENBARE ZITTING 
 
1. 
Goedkeuring notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 28 maart 2023 
2. 
Goedkeuring notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 31 maart 2023 
3. 
Centrumregio Halle-Vilvoorde - Toelichting 
4. 
Kerkfabriek Sint-Dominicus - Budget 2023 
5. 
Kerkfabriek Sint-Pancratius - Budget 2023 
6. 
Financieel verslag 2022 
7. 
Verslag commissie bestuur van 4 april 2023 
8. 
Deontologische code - mandatarissen gemeente - oprichting deontologische commissie 
9. 
Verslag commissie welzijn van 5 april 2023 
10.  Zefier - Jaarvergadering  - 8 juni 2023 
11.  Haviland Intercommunale  - Algemene vergadering - 21 juni 2023 
12.  Iverlek - Algemene vergadering - 23 juni 2022 
13.  Reglement - Gemeentelijke tussenkomst voor de organisatie van meerdaagse schoolactiviteiten 
14.  Retributiereglement voor het gemeentelijk onderwijs 
15.  Woonmaatschappij Oost-Brabant-West - Aanduiding bestuurder en vertegenwoordiger algemene 
vergadering 
16.  Street art - Vastlegging locaties en thema's 
17.  Milieu – retributiereglement met betrekking tot de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de 
nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen 
18.  Omgeving - Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan - Adviesaanvraag gemeenteraad naar 
aanleiding van niet meer geldig te verklaren beperkte onderdelen gemeentelijk ruimtelijk 
structuurplan 
19.  Bulletin der schriftelijke vragen 
20.  Behandeling mondelinge vragen vorige zitting van 28 maart 2023 
21.  Mondelinge vragen 
 
 
 



 
 
 
 
OPENBARE ZITTING 
 
1. 
GOEDKEURING NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 28 
MAART 2023
 
 
Feiten en context
 
●  De gemeenteraad dient de notulen van de vergadering van 28 maart 2023 goed te keuren. 
 
Juridische gronden 
●  Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 277 en 
278. 
 
Financiële gevolgen 
Geen financiële gevolgen 
 
Besluit  
 
Enig artikel: 
De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van 28 maart 2023 goed. 
 
 
2. 
GOEDKEURING NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 31 
MAART 2023
 
 
Feiten en context
 
● 
De gemeenteraad dient de notulen van de vergadering van 31 maart 2023 goed te keuren. 
 
Juridische gronden 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 277 en 
278. 
 
Financiële gevolgen 
Geen financiële gevolgen 
 
Besluit  
 
Enig artikel: 
De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van 31 maart 2023 goed. 
 
 
3. 
CENTRUMREGIO HALLE-VILVOORDE - TOELICHTING 
 
Feiten en context
 
● 
Er  werd  een  visienota  Centrumregio  Halle-Vilvoorde  opgesteld  in  2021  door  de  groep 
burgemeesters Halle-Vilvoorde inzake de toekomst van onze regio. 
● 
Er wordt momenteel gepolst naar de prioriteiten inzake regio-ontwikkeling van elk college 
van burgemeester en schepenen afzonderlijk: 
○ 
Welke thema’s willen we naar voor schuiven, vanuit een breder regionaal perspectief, 
over de gemeentegrenzen heen (veiligheid, mobiliteit, onderwijs,… --> zie visienota & 
het profiel van onze regio in verschillende thema’s). 
● 
Op de volgende Burgemeestersconferentie zal een  plan van aanpak, inclusief het financiële 
aspect, gedefinieerd worden waarna deze zal voorgelegd worden aan de gemeenteraden. 



 
 
 
● 
De ambitie is een erkenning door de Vlaamse overheid van Halle-Vilvoorde als centrumregio 
met de bijhorende financiële middelen. 
● 
Het college van burgemeester en schepenen werd op 23 augustus 2022 gevraagd om tegen 
oktober 2022 een antwoord te formuleren op volgende vragen: 
○ 
Wat is het engagement van het gemeentebestuur voor Centrumregio Halle-Vilvoorde en 
het voorgestelde plan van aanpak? 
○ 
Welke  strategische  uitdagingen  moeten  regionaal  aangepakt  worden,  binnen 
Toekomstforum? 
○ 
Welke accenten moeten er subregionaal en lokaal gelegd worden? 
○ 
In  welke  vorm  en  op  welk  niveau  moeten  de  subregionale  uitdagingen  aangepakt 
worden? 
● 
Het managementteam bestudeerde de nota grondig en formuleerde een aantal bedenkingen 
waarvan het college van burgemeester en schepenen op 11 oktober 2022 kennis nam.  
● 
Gedurende de gemeenteraad zal de heer Stephan Verwee van Haviland een toelichting geven 
over de Centrumregio.  
 
Juridische gronden 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 56 en 57. 
● 
De  kennisname  van  het  college  van  burgemeester  en  schepenen  van  11  oktober  2022, 
inzonderheid het agendapunt Centrumregio Halle-Vilvoorde. 
 
Besluit 
 
Enig artikel: 
De gemeenteraad neemt kennis van de toelichting van Haviland. 
 
 
4. 
KERKFABRIEK SINT-DOMINICUS - BUDGET 2023 
 
Feiten en context
 
● 
De gemeente ontving van de kerkfabriek Sint-Dominicus het budget 2023 dat door de kerkraad 
werd goedgekeurd op 05/02/2023. 
● 
De  gemeente  ontving  eveneens  een  gunstig  advies  van  het  erkend  representatief  orgaan 
(bisdom). 
● 
In het budget 2023 wordt een investeringstoelage van 52 500 euro gevraagd voor het schilderen 
van de buitenmuren van de kerk. 
● 
Deze investeringstoelage werd reeds voorzien in het meerjarenplan van de gemeente. 
 
 
Juridische gronden 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikelen 40 en 41 
● 
Het eredienstdecreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de 
erediensten. 
● 
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement 
op  de  boekhouding  van  de  besturen  van  de  eredienst  en  van  de  centrale  besturen  van  de 
eredienst. 
● 
Het  ministerieel  besluit  van  27  november  2006  tot  vaststelling  van  de  modellen  van  de 
boekhouding van de besturen van de eredienst. 
● 
Het decreet van 6 juli 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 
betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten. 
 
Besluit 
 
Enig artikel: 



 
 
 
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Dominicus  
 
 
5. 
KERKFABRIEK SINT-PANCRATIUS - BUDGET 2023 
 
Feiten en context
 
● 
De gemeente ontving van de kerkfabriek Sint-Pancratius het budget 2023 dat door de kerkraad 
werd goedgekeurd op 14/06/2022. 
● 
De  gemeente  ontving  eveneens  een  gunstig  advies  van  het  erkend  representatief  orgaan 
(bisdom). 
● 
In  het  budget  2023  worden  geen  investeringstoelage  of  bijkomende  exploitatietoelage 
gevraagd. 
 
Juridische gronden 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikelen 40 en 41. 
● 
Het eredienstdecreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de 
erediensten. 
● 
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement 
op  de  boekhouding  van  de  besturen  van  de  eredienst  en  van  de  centrale  besturen  van  de 
eredienst. 
● 
Het  ministerieel  besluit  van  27  november  2006  tot  vaststelling  van  de  modellen  van  de 
boekhouding van de besturen van de eredienst; 
● 
Het decreet van 6 juli 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 
betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten. 
 
Besluit 
 
Enig artikel: 
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Pancratius. 
 
 
6. 
FINANCIEEL VERSLAG 2022 
 
Feiten en context
 
● 
De financieel directeur staat in volle onafhankelijkheid in voor: 
○ 
De voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de 
gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire 
en financiële impact; 
○ 
Het debiteurenbeheer, in het bijzonder de invordering van de fiscale en niet-fiscale 
ontvangsten en het verlenen van kwijting. 
● 
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid over de volgende 
aangelegenheden aan de gemeenteraad, aan de raad voor maatschappelijk welzijn, aan het 
college van burgemeester en schepenen, en aan het vast bureau: 
○ 
De vervulling van voornoemde opdrachten; 
○ 
De thesaurietoestand, liquiditeitsprognose, beheerscontrole en evolutie van de 
budgetten; 
○ 
De financiële risico's (opgenomen in de jaarrekening). 
● 
Als bijlage bij de jaarrekening werd een financiële rapportering opgesteld bij boekjaar 2022. 
Dit rapport bevat per 31/12/2022: 
○ 
Rapportering over de budgetuitvoering 
○ 
Rapportering over het voorafgaand visum 
○ 
Rapportering over het debiteurenbeheer 
○ 
Rapportering over de thesaurietoestand 
 



 
 
 
Juridische gronden 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 177. 
 
Financiële gevolgen 
Geen financiële gevolgen 
 
Besluit  
 
Enig artikel: 
De gemeenteraad neemt kennis van de financiële rapportering door de financiële directeur voor het 
boekjaar 2022. 
 
 
7. 
VERSLAG COMMISSIE BESTUUR VAN 4 APRIL 2023 
 
Feiten en context
 
● 
Op 4 april 2023 heeft de commissie bestuur een vergadering gehouden met als agendapunten: 
○ 
Aanpassing deontologische code - oprichting deontologische commissie 
 
Juridische gronden 
● 
Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 17 december 2019, inzonderheid artikel 
41. 
 
Besluit 
 
Enig artikel: 
De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van de vergadering van de commissie bestuur van 4 
april 2023. 
 
 
8. 
DEONTOLOGISCHE CODE - MANDATARISSEN GEMEENTE - OPRICHTING 
DEONTOLOGISCHE COMMISSIE
 
 
Feiten en context
 
● 
Op 2 maart 2023 trad een aanpassing van het artikel 39 van het decreet over het lokaal bestuur 
van 22 december 2017 in werking.  
● 
Vanwege deze wijziging moeten alle steden en gemeenten in Vlaanderen vanaf maart 2023 een 
deontologische  commissie  op  richten.  Die  ziet  toe  op  de verantwoordelijke  invulling  van  de 
politieke mandaten. 
● 
Voor het lokaal bestuur Kraainem betekent dit dat er zowel voor het OCMW als voor de gemeente 
een  deontologische  commissie  opgericht  dient  te  worden.  Om  deze  reden  werd  de  huidige 
deontologische code in het voorstel opgesplitst per entiteit. 
● 
De deontologische commissie is geen gemeenteraadscommissie, en mag dus niet vergeleken 
worden met deze laatste. De deontologische commissie wordt op een andere wijze samengesteld 
en ook over de werking zijn er geen regels die de Vlaamse overheid oplegt. 
● 
De administratie werkte een aanpassing van de deontologische code voor mandatarissen uit, 
waarmee  de  deontologische  commissie  wordt  opgericht  en  de  werking  van  deze  commissie 
uitgewerkt wordt. 
● 
De modelcode van de VVSG werd als basis gebruikt samen met voorbeelden uit andere lokale 
besturen.  
● 
De administratie stelt de volgende aanpassingen voor: 
○ 
De titel van het reglement wordt vervangen van "Deontologische code -  mandatarissen" 
naar "Deontologische code mandatarissen gemeente" 



 
 
 
○ 
Voor de artikelen 1 tot en met 41 worden de woorden "raad voor het maatschappelijk 
welzijn",  "de  voorzitter  van  de  raad  voor  maatschappelijk  welzijn",  "de  leden  van  de 
raad voor maatschappelijk welzijn", "de voorzitter van het vast bureau" en "de leden 
van  het  vast  bureau"  geschrapt.  De  termen  worden  behouden  in  het  reglement  dat 
goedgekeurd zal worden door de raad voor het maatschappelijk welzijn. 
○ 
Voor de artikelen 1 tot en met 41 worden enkele vormelijke aanpassingen aangebracht 
die  geen  inhoudelijke  aanpassingen  met  zich  meebrengen  (bijvoorbeeld  het  voluit 
schrijven van afkortingen, verwijderen van overbodige hoofdletters en het vervangen 
van komma's door puntkomma's in opsommingen). 
○ 
De huidige artikelen 42 tot en met 48, ook wel hoofdstuk 9 Naleving en handhaving van 
de  deontologische  code, worden  geschrapt.  Deze  bepalingen  worden  vervangen  door 
nieuwe bepalingen die vorm geven aan de deontologische commissie. 
 
Juridische gronden 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 39, 40 §3. 
● 
De deontologische code - mandatarissen van 26 januari 2021. 
 
Adviezen 
De commissie bestuur gaf op 4 april 2023 een gunstig advies.  
 
Financiële gevolgen 
Geen financiële gevolgen 
 
Besluit  
 
Artikel 1: 
De gemeenteraad beslist om de volgende aangepaste deontologische code goed te keuren: 
 
Deontologische code mandatarissen gemeente 
Gecoördineerde versie 
 
DEEL I - Toepassingsgebied 
Art. 1  De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen.  
 
Voor de gemeente worden hieronder begrepen: 
● 
de voorzitter van de gemeenteraad; 
● 
de gemeenteraadsleden; 
● 
de burgemeester; 
● 
de schepenen. 
 
Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale 
mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de 
vertrouwenspersonen. 
 
Lokale mandatarissen die namens de gemeente andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid 
eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor 
de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide 
mandaten. 
 
Indien een mandaat namens de gemeente wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet 
vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze 
deontologische code te onderschrijven. 
 



 
 
 
Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen 
dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun 
ambt. 
 
DEEL II - Algemene bepalingen 
Art. 2  Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, 
groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het 
algemeen belang boven het particuliere belang. 
 
Art. 3  De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers 
zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale status, nationaliteit, taal, 
filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische of politieke voorkeur of persoonlijke gevoelens. 
 
Hoofdstuk I - Belangenvermenging en de schijn ervan 
Art. 4  Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk 
belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een 
organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft. 
 
Art. 5  Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs 
de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming 
wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt. 
 
Gedrag bij stemming en beraadslaging: decreet over het lokaal bestuur, artikel 27 §1, §3 en §4. 
 
Gedrag bij stemming en beraadslaging: wet op de overheidsopdrachten, artikel 8. 
 
Gedrag bij stemming en beraadslaging: burgerlijk wetboek, artikel 1596. 
 
Art. 6  Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de 
bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is 
tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces. 
 
Art. 7  Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat 
particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden. 
 
Art. 8  Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het decreet over het lokaal bestuur genoemde 
functies niet uitoefenen. 
 
Verboden functies voor lokale mandatarissen: decreet over het lokaal bestuur, artikel 10 
 
Onverenigbaarheden: decreet over het lokaal bestuur, artikel 11 
 
Art. 9  Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het decreet over het lokaal bestuur 
genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan. 
 
Verboden handelingen: decreet over het lokaal bestuur, artikel 27 §2 en §3 
 
Art. 10 Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een 
lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult 
naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur. 
 
Art. 11 Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële 
belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente zaken 
doet of waarin de gemeente een belang heeft. 



 
 
 
 
Art. 12 De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn 
openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet 
meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen 
directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde 
mandaten en belangen. 
 
Hoofdstuk II - Corruptie en de schijn ervan 
Art. 13 Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door 
geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden. 
 
Art. 14 Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.  
 
Wetgeving inzake corruptie: strafwetboek, artikel 245 
 
Afdeling I - Corruptie en de schijn ervan 
Art. 15 Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie 
worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje 
of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan 
één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt: 
● 
Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in 
verlegenheid brengen; 
● 
De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats; 
● 
Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar; 
● 
Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of 
activiteit. 
 
Art. 16 Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen 
van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur. 
 
Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het 
ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente. De algemeen directeur registreert deze 
giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke bestemming. 
 
Art. 17 De gemeenteraad kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het 
aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid. 
 
Art. 18 Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van 
anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle 
onderstaande voorwaarden voldaan wordt: 
● 
Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar; 
● 
De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal. 
 
Art. 19 Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor 
zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden. 
 
Afdeling II - Het aannemen van uitnodigingen 
Art. 20 Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door 
anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan 
worden: 
● 
De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk; 
● 
De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele 
vertegenwoordiging van de gemeente,…) 
 



 
 
 
Afdeling III - Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken 
Art. 21 Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen 
betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke uitnodiging dient altijd besproken te 
worden op de gemeenteraad of het fractievoorzittersoverleg. De uitnodiging kan alleen geaccepteerd 
worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie 
of beïnvloeding minimaal is. 
 
Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad. 
 
Hoofdstuk III - Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur 
Art. 22 Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van 
faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur. 
 
Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 
2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35 §1. 
 
Art. 23 Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van 
interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk 
reglement. 
 
Art. 24 Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld 
in het huishoudelijk reglement. 
 
Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: decreet over het lokaal bestuur, artikel 38. 
 
Hoofdstuk IV - Omgaan met informatie 
Art. 25 De gemeenteraad werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Hij ziet erop toe dat 
het college van burgemeester en schepenen alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en 
akten openbaar toegankelijk maakt. 
 
Art. 26 Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan 
hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden 
en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft. 
 
Art. 27 Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van 
lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente zijn toevertrouwd. 
Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of 
mogelijk maakt. Dit is ook van toepassing na het naleven van een mandaat. 
 
Art. 28 Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale 
mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, 
meningen, overwegingen…). 
 
Wetgeving inzake beroepsgeheim: strafwetboek, artikel 458. 
 
Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: decreet over het lokaal bestuur, artikel 29 §4. 
 
Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: decreet over het lokaal bestuur, artikel 28. 
 
Art. 29 Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en 
voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie. 
 



 
 
 
Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: wet betreffende de motivering, de informatie en 
de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en 
diensten, artikel 10 §2. 
 
Art. 30 Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van 
zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het 
persoonlijk belang van anderen. 
 
Art. 31 Een lokale mandataris gaat omzichtig te werk bij het verspreiden van ontvangen 
correspondentie (brieven en e-mails) en neemt de vertrouwelijkheid van de inhoud steeds in acht. Hij 
maakt correspondentie enkel openbaar indien het de onmiskenbare bedoeling is van de afzender. Bij 
twijfel vraagt hij zijn expliciete toestemming. 
 
Hoofdstuk V - Informatiebemiddeling 
Art. 32 Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te 
verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en de manier 
waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur. 
 
Art. 33 Informatie waarop de vragensteller geen recht heeft, die de goede werking van de 
administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door 
de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven. 
 
Art. 34 De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde 
administratieve dienst(en). Zij stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de 
werking van de dienst die instaat voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-
optreden van de overheid. 
 
Hoofdstuk VI - Administratieve begeleiding en ondersteuning van burgers 
Art. 35 §1. De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie 
met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe 
geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen 
over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te 
stellen over de administratieve behandeling van dossiers. 
 
§2. Bij klachten of conflicten moeten de mandatarissen de burger in eerste instantie doorverwijzen 
naar de bevoegde administratieve dienst. 
 
§3. Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale 
mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en de personeelsleden, de objectiviteit van de 
procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd door de afhandeling van 
soortgelijke dossiers. 
 
§4. De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en 
ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gevoerd. Er wordt op geen enkele wijze 
melding gemaakt van de ondersteunende en begeleidende rol van de lokale mandataris. 
 
§5. Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding 
gebeurt zonder enige materiële of financiële tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag 
geen vorm van cliëntenwerving inhouden. 
 
Afdeling IV - Schijndienstbetoon 
Art. 36 §1. Alle vormen van schijndienstbetoon, waarbij lokale mandatarissen bewust maar onterecht 
de indruk wekken dat zij bij de goede afloop van een dossier daadwerkelijk tussenbeide zijn gekomen 
10 


 
 
 
(eventueel zonder dat de betrokken burger om een tussenkomst heeft gevraagd), en zichzelf op die 
manier bij het publiek in een gunstig daglicht stellen zijn verboden. 
 
§2. Bij vermoeden van schijndienstbetoon kan de zaak op de gemeenteraad gebracht worden en kan 
de voorzitter van de gemeenteraad bewijzen vragen aan de mandataris bij wie er een vermoeden van 
schijndienstbetoon is. 
 
§3. Indien goederen of diensten aan de bevolking worden aangeboden door de gemeente, het OCMW 
of derden, mag de lokale mandataris nooit de indruk wekken dat zij persoonlijk van hem afkomstig 
zijn. 
 
Hoofdstuk VII - Tussenkomsten 
Art. 37 §1. Lokale mandatarissen onthouden zich van tussenkomsten ten bate van particuliere 
belangen en individuele dossiers bij de administratie. Ze laten de mededeling aan de belanghebbende 
over de uitkomst van een behandeling over aan het bestuur van de gemeente. 
 
§2. Tussenkomsten bij selectievoerende instanties die tot doel hebben het verhogen van kansen op 
benoemingen, aanstelling en bevordering in de administratie zijn verboden. 
 
De lokale mandatarissen verwijzen de belanghebbende naar de geldende normen en procedures. 
 
Hoofdstuk VIII - Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen 
Art. 38 Gemeenteraadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de 
personeelsleden van de gemeente. 
 
Deze houding geldt zowel binnen als buiten de sfeer van de bestuursorganen (bijvoorbeeld, het 
gebruik, door de mandataris, van Facebook, pers, of andere kanalen , organen en sites, privé of 
publieke , moet respectvol zijn ten overstaan van de andere mandatarissen). 
 
Elk raadslid, elk lid van het college en elk personeelslid is een medemens en medeburger en verdient 
respect. Een respectvolle omgang met elkaar zorgt voor een betere beraadslaging en leidt tot 
zorgvuldigere en dus betere beslissingen. Bovendien heeft de manier waarop het college en de raad 
met elkaar omgaan een invloed op de geloofwaardigheid van de politiek. 
 
Ook wordt eerlijkheid en respect verwacht in de omgang met alle anderen (burgers, mandatarissen, 
personeelsleden en andere contactpersonen). Geweld, leugens, misleidende informatie, pesterijen, 
laster, eerroof en ongewenst seksueel gedrag, zowel door middel van gesproken of geschreven 
woorden als door feitelijke handelingen of gedragingen, zijn verboden. 
 
Art. 39 Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college van burgemeester en schepenen 
en de leden van het bijzonder comité, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een 
correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische 
communicatie. 
 
Art. 40 Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het 
huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op. 
 
Art. 41 Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en 
commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden. 
 
DEEL III - De deontologische commissie 
Hoofdstuk I - Samenstelling 
Art. 42 De gemeenteraad richt een deontologische commissie op.  
 
11 


 
 
 
Art. 43 De deontologische commissie bestaat uit volgende leden: 
● 
twee vertegenwoordigers per lijst die opgekomen is voor de gemeenteraadsverkiezingen en 
minstens twee verkozen mandatarissen heeft, of per fractie als de lijst een fractie vormt op de 
gemeenteraad;  
● 
één secretaris zonder stemrecht. 
 
Elke fractie of lijst wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter 
van de gemeenteraad. Stel dat de raadsvoorzitter voordrachten ontvangt voor meer dan twee 
fractieleden als lid van de commissie, dan beslist de raad.   
 
Voor elk lid wordt één vaste plaatsvervanger aangeduid. Een plaatsvervanger is een raadslid 
voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een 
raadslid van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds 
beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te 
voegen. 
 
De algemeen directeur is de secretaris van de deontologische commissie. 
 
Art. 44 Ten hoogste twee derde van de stemgerechtigde leden van de deontologische commissie is 
van hetzelfde geslacht. 
 
Art. 45 De deontologische commissie kiest in haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend 
voorzitter. 
 
Art. 46 Alle leden van de deontologische commissie, behalve de secretaris, zijn volwaardige leden. 
Alle leden beschikken over een stemrecht.  
 
Art. 47 Bij elke volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt de deontologische commissie 
opnieuw samengesteld.  
 
Art. 48 Leden van de deontologische commissie dienen ten allen tijde:  
● 
onpartijdig te zijn; 
● 
terughoudend te zijn met publiciteit; 
● 
zorgvuldig om te gaan met de vermeende schender. 
 
Art. 49 Indien een lid een rechtstreeks belang heeft bij de te behandelen zaak, hetzij persoonlijk, 
hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de 
vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben, dient hij/zij de voorzitter van de 
deontologische commissie hiervan schriftelijk te informeren voor aanvang van de vergadering.  
 
Het lid laat zich bij de behandeling van deze zaak vervangen door zijn plaatsvervanger. 
 
Art. 50 Indien een lid niet kan deelnemen aan een vergadering van de deontologische commissie, 
verwittigt hij op voorhand de voorzitter en de overige leden van de deontologische commissie.  
 
De vertegenwoordiger brengt zijn vaste plaatsvervanger op de hoogte van de plaatsvervanging.  
 
Art. 51 Een belanghebbende kan een lid van de deontologische commissie wraken op basis van de 
gronden vermeld in artikel 49. 
 
Art. 52 Minstens twee leden van de deontologische commissie dienen zich te scharen achter een 
wrakingsverzoek. 
 
12 


 
 
 
Bij een wraking neemt een plaatsvervanger, die zich niet in dezelfde situatie bevindt, de plaats in van 
het gewraakte lid. 
 
Art. 53 Leden van de deontologische commissie ontvangen geen presentiegeld. 
 
Hoofdstuk II - Bevoegdheid 
Art. 54 De deontologische commissie onderzoekt en formuleert gemotiveerde adviezen over 
meldingen en klachten over vermeende schendingen van de deontologische code van de 
gemeenteraad door personen zoals vermeld in het artikel 1, voor zover zij op het moment van de 
melding of klacht effectief in functie zijn.  
 
Art. 55 De deontologische commissie geeft adviezen en aanbevelingen aan de gemeenteraad over de 
inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de 
commissie of minstens één keer per bestuursperiode conform artikel 73 van deze code. 
 
Hoofdstuk III - Werking 
Art. 56 De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt 
de agenda op. 
 
De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de 
vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van 
hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor 
de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk 
agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de leden van de 
commissie vanaf de verzending van de agenda. 
 
De bezorging van de oproeping, de agenda en het dossier gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in 
de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en 
dossiers ontvangen. 
 
Art. 57 De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.  
 
Art. 58 De beraadslaging van de deontologische commissie is geheim. Enkel het definitieve advies van 
de deontologische commissie mag openbaar gemaakt worden. 
 
Art. 59 De deontologische commissie kan vergaderen als minstens de helft + 1 van de leden aanwezig 
zijn. De secretaris wordt voor het berekenen van dit quorum beschouwd als lid. 
 
DEEL IV - De procedure 
Art. 60 De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens 
de deontologische code handelen. 
 
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de 
deontologische code, namelijk: 
● 
het voorkomen van mogelijke schendingen; 
● 
het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code; 
● 
het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code; 
● 
het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code. 
 
Hoofdstuk I - Het signaleren van vermoedens van schendingen 
Art. 61 Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is 
overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding maken bij de algemeen 
directeur. 
 
13 


 
 
 
Hoofdstuk II - Het onderzoeken van vermoedens van schendingen 
Art. 62 De algemeen directeur, of het daartoe aangewezen personeelslid, gaat na of er kennelijk 
sprake is van een mogelijke schending van de deontologische code.  
 
Art. 63 Indien de algemeen directeur, of het daartoe aangewezen personeelslid, oordeelt dat het 
vermoeden van een schending blijft bestaan, dan roept de voorzitter van de deontologische commissie 
de leden samen.  
 
Indien er geen kennelijk vermoeden is van een mogelijke schending van de deontologische code, dan 
brengt de algemeen directeur de voorzitter van de commissie hiervan per mail op de hoogte. De 
voorzitter informeert de overige leden van de deontologische commissie. Dit betekent meteen het 
einde van  de procedure. 
 
Art. 64 De commissie stelt formeel vast dat de melding of klacht ontvankelijk is.  
 
Als de commissie oordeelt dat de melding of klacht onontvankelijk is, dan betekent dit meteen het 
einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De gemeenteraad neemt 
in besloten zitting kennis van de onontvankelijkheid van de melding of klacht. Een dergelijk oordeel 
dient steeds gemotiveerd te zijn. 
 
Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de commissie ten gronde en roept de voorzitter van de 
deontologische commissie de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van 
dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus. 
 
Art. 65 De deontologische commissie onderzoekt de mogelijke schending en geeft zowel de melder als 
de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. 
Niemand kan daartoe verplicht worden. 
 
De betrokkene kan zich laten bijstaan door een raadspersoon. 
 
Art. 66 De deontologische commissie formuleert zijn advies in principe bij consensus.  
Bij gebrek aan consensus beslist de deontologische commissie door middel van een gewone 
meerderheid.  
 
Art. 67 De gegronde melding of klacht en het daar bijhorende advies van de deontologische 
commissie, wordt op initiatief van de voorzitter van de gemeenteraad geagendeerd op de 
eerstvolgende gemeenteraad. 
 
Hoofdstuk III - Het zich uitspreken over schendingen 
Art. 68 Enkel de gemeenteraad kan zich uitspreken in besloten zitting of een mandataris een 
schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische 
commissie.  
 
De vermeende schender moet de kans krijgen om door de gemeenteraad zelf gehoord te worden 
vooraleer de raad ten gronde besluit. 
 
Art. 69 De uitspraak van de gemeenteraad dient proportioneel te zijn ten aanzien van de aard van de 
schending en de context waarbinnen de schending heeft plaatsgevonden.  
 
Art. 70 Wanneer de gemeenteraad vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van 
de gemeente, dan kan de raad: 
● 
zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van een raadslid; 
● 
vragen dat het raadslid zich verontschuldigt; 
● 
beslissen een melding te doen bij de bevoegde instanties; 
14 


 
 
 
● 
bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van of door de burgemeester, een schepen of 
de voorzitter van de gemeenteraad een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die 
een tuchtonderzoek kan instellen; 
● 
… 
 
Het decreet over het lokaal bestuur biedt de mogelijkheid tot het toepassen van formele sancties 
afhankelijk van de feiten, zoals de vervallenverklaring van het mandaat van raadslid dat niet meer aan 
de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, schorsing of afzetting van uitvoerende mandatarissen. 
 
DEEL V - Het voorkomen van mogelijke schendingen 
Art. 71 Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een 
overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of 
het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen. 
 
Art. 72 Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een 
andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de 
twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat 
door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen. 
 
DEEL VI - Evaluatie van de deontologische code  
Art. 73 Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de deontologische commissie deze 
deontologische code. Ze bekijkt of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt. 
De commissie brengt hierover verslag uit aan de gemeenteraad. 
 
 
9. 
VERSLAG COMMISSIE WELZIJN VAN 5 APRIL 2023 
 
Feiten en context
 
● 
Op 5 april 2023 heeft de commissie welzijn een vergadering gehouden met als agendapunten: 
○ 
Reglement  -  Gemeentelijke  tussenkomst  voor  de  organisatie  van  meerdaagse 
schoolactiviteiten 
○ 
Retributiereglement gemeentelijk onderwijs 
 
Juridische gronden 
● 
Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 17 december 2019, inzonderheid artikel 
41. 
 
Besluit 
 
Enig artikel: 
De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van de vergadering van de commissie welzijn van 5 
april 2023. 
 
 
10.  ZEFIER - JAARVERGADERING  - 8 JUNI 2023 
 
Feiten en context
 
● 
Zefier nodigt het gemeentebestuur uit per brief van 14 maart 2023 voor de algemene 
vergadering van 8 juni 2023 om 14 uur in het Auditorium 4 - Communicatiecampus, Sint-
Denijslaan 485 te Gent. 
 
Juridische gronden 
15 


 
 
 
● 
De wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen waarin vermeld staat 
dat de gemeenten rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen participeren in bedrijven voor 
productie, vervoer en distributie van energie. 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikelen 41, 20° en 432 
● 
De beslissing van de gemeenteraad van 23 februari 2019 waarbij de heer Carel Edwards 
aangesteld werd als gemeentelijke afgevaardigde en mevrouw Anja Vermeulen, als 
plaatsvervangende vertegenwoordiger. 
 
Financiële gevolgen 
Geen financiële gevolgen 
 
Besluit  
met eenparigheid der stemmen 
Artikel 1: 
De gemeenteraad neemt kennis van de uitnodiging van de algemene vergadering van Zefier van 8 
juni 2023 om 14 uur in het Auditorium4 - Communicatiecampus, Sint-Denijslaan 485 te Gent. 
 
Artikel 2: 
De gemeenteraad beslist om zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de algemene 
vergadering van 8 juni 2023: 
1.  Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2022 
2.  Verslag van de commissaris-revisor over de jaarrekening 2022 
3.  Goedkeuring van de jaarrekening 2020 (balans, resultatenrekening, winstverdeling en 
toelichting) 
4.  Kwijting aan de bestuurders en de commissaris-revisor 
 
Artikel 3: 
De gemeenteraad bevestigt het mandaat van de heer Edwards als gemeentelijke vertegenwoordiger, 
zoals vastgelegd bij gemeenteraadsbeslissing van 23 februari 2019. 
 
Artikel 4: 
De gemeenteraad beslist de heer Edwards op te dragen zijn stem uit te brengen overeenkomstig 
artikel 3 van deze beslissing. 
 
 
11.  HAVILAND INTERCOMMUNALE  - ALGEMENE VERGADERING - 21 JUNI 2023 
 
Feiten en context
 
● 
Intercommunale Haviland lgSv nodigt de gemeente Kraainem uit op de algemene vergadering 
van woensdag 21 juni 2023 om 18 uur,  in de kantoren van Haviland, Brusselsesteenweg 617 
te 1731 Zellik. 
 
Juridische gronden 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikelen 41, 20° en 432. 
● 
De beslissing van de gemeenteraad van 23 november 2021 waarbij mevrouw Carine Pin 
aangesteld werd als gemeentelijke vertegenwoordiger van de Intercommunale Haviland IgSv. 
 
Financiële gevolgen 
Geen financiële gevolgen 
 
Besluit  
 
Artikel 1: 
16 


 
 
 
De  gemeenteraad  neemt  kennis  van  de  uitnodiging  van  de  algemene  vergadering  van  Haviland 
Intercommunale  IgSv  op  woensdag  21  juni  2023  om  18  uur  in  de  kantoren  van  Haviland, 
Brusselsesteenweg 617 te 1731 Zellik. 
 
Artikel 2: 
De  gemeenteraad  beslist  om  zijn  goedkeuring  te  hechten  aan  de  agendapunten  van  de  algemene 
vergadering van 21 juni 2023: 
1.  Notulen van de buitengewone algemene vergadering van 14 december 2022: goedkeuring 
2.  Verslag der activiteiten van het afgelopen boekjaar 2022; 
3.  Jaarrekening 2022 met balans, resultatenrekening, sociale balans per 31.12.2022, het voorstel 
van bestemming van het resultaat en toelichting: goedkeuring (art. 41); 
4.  verslag van de raad van bestuur over het boekjaar afgesloten op 31.12.2022: goedkeuring (art. 
41) 
5.  verslag van de commissaris over het boekjaar afgesloten op 31.12.2022: goedkeuring (art. 41); 
6.  bestuur: kwijting aan bestuurders en commissaris (art. 34); 
7.  vaststelling resultaatsbestemming (art. 41); 
8.  Toetreding politiezone(s) (art.8) 
9.  Varia 
 
Artikel 3: 
De  gemeenteraad  bevestigt  het  mandaat  van  mevrouw  Carine  Pin,  als  gemeentelijke 
vertegenwoordiger, zoals vastgelegd bij beslissing van de gemeenteraad van 23 november 2021. 
 
Artikel 4: 
De gemeenteraad beslist mevrouw Carine Pin op te dragen haar stem uit te brengen overeenkomstig 
artikel 2 van deze beslissing. 
 
 
12.  IVERLEK - ALGEMENE VERGADERING - 23 JUNI 2022 
 
Feiten en context
 
● 
De algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Iverlek heeft plaats op vrijdag 
23 juni 2023 om 18 uur in de Salons Waerboom, Jozef Mertensstraat 140 te 1702 Groot-
bijgaarden 
 
Juridische gronden 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid, artikelen 41, 20°, en 432. 
● 
De beslissing van de gemeenteraad van 26 mei 2020, waarbij raadslid Bruno Schroeven 
aangesteld werd als plaatsvervangend vertegenwoordiger. 
● 
De beslissing van de gemeenteraad van 25 mei 2021, waarbij raadslid André Ivanszky 
aangesteld werd als gemeentelijke vertegenwoordiger. 
 
Financiële gevolgen 
Geen financiële gevolgen 
 
Besluit  
met eenparigheid der stemmen 
Artikel 1: 
De gemeenteraad neemt kennis van de uitnodiging voor de algemene vergadering van 23 juni 2023 
van de opdrachthoudende vereniging Iverlek. 
 
Artikel 2: 
De gemeenteraad beslist zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de algemene vergadering 
van de opdrachthoudende vereniging Iverlek van 23 juni 2023: 
17 


 
 
 
1.  Kennisgeving verslagen van Iverlek van de raad van bestuur en van de commissaris over het 
boekjaar 2022 
2.  Goedkeuring van de jaarrekening van Iverlek afgesloten op 31 december 2022 (balans, 
resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels) 
3.  Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV 
4.  Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale 
bestuurscomités en de commissaris van Iverlek met betrekking tot het boekjaar 2022 
5.  Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten 
6.  Statutaire benoemingen. 
7.  Statutaire mededelingen 
 
Artikel 3: 
De gemeenteraad beslist om het mandaat te bevestigen van de heer André Ivanszky als 
gemeentelijke vertegenwoordiger om de vergadering bij te wonen van de opdrachthoudende 
vereniging Iverlek, zoals reeds bepaald bij beslissing van de gemeenteraad van 25 mei 2021. 
 
Artikel 4: 
De gemeenteraad beslist de heer André Ivanszky op te dragen zijn stem uit te brengen 
overeenkomstig artikel 2 van deze beslissing. 
 
 
13.  REGLEMENT - GEMEENTELIJKE TUSSENKOMST VOOR DE ORGANISATIE VAN 
MEERDAAGSE SCHOOLACTIVITEITEN 
 
Feiten en context
 
● 
Het  college  van  burgemeester  en  schepenen  besliste  op  28  februari  2023  om  een  blijvende 
gemeentelijke  tussenkomst  voor  de  organisatie  van  meerdaagse  activiteiten  te  voorzien  die 
beperkt is in grootte en tijd, en dit reglementair vast te leggen. 
● 
De tussenkomst dient financieel draagbaar te zijn voor de gemeente, rekening houdend met de 
minder scherpe maximumfactuur voor ouders, de financiële draagkracht van de gemeente en 
de economische realiteit. 
● 
Het reglement werd geschreven vanuit de volgende filosofie: 
○ 
De gelijke behandeling van alle leerlingen uit beide gemeentelijke basisscholen moet 
centraal staan; 
○ 
De  financiële  regeling  voor  meerdaagse  uitstappen  moet transparant,  duidelijk  en 
efficiënt
 zijn. Voor ouders moet het helder zijn wat de kosten voor een bepaalde uitstap 
voor  hen  zal  zijn.  Voor  de  school  moet  het  duidelijk  zijn  hoe  ze  een  activiteit  zal 
financieren.  Voor  de  gemeente  moet  de  financiering  van  meerdaagse  activiteiten 
efficiënt gebeuren en op een transparante wijze. 
○ 
De financiële tussenkomst van de gemeente moet realistisch zijn, ten opzichte van de 
kosten, en de economische evoluties volgen. Daarnaast moet de bijdrage van de 
ouders ook een realistische en proportionele bijdrage zijn. 
● 
De administratie werkte in samenwerking met de bevoegde schepenen en de schooldirecties 
een ontwerpreglement uit.  
● 
De administratie heeft gedurende commissie welzijn uitleg gegeven bij het wettelijk kader rond 
dit reglement, de totstandkoming van het reglement, de implicaties ervan voor de betrokken 
partijen en de financiële gevolgen.  
● 
Naast een ontwerpreglement heeft de administratie ook een uitgebreide toelichtende nota 
opgesteld, die de insteek van dit reglement toelicht. 
● 
Met  dit  reglement  zal  de  gemeente  Kraainem  haar  scholen  kunnen  ondersteunen  om 
kwalitatieve  meerdaagse  uitstappen  te  organiseren  die  de  leefwereld  van  kinderen  zal 
vergroten.  Daarnaast  vermijdt  de  gemeente  dat  de  kostprijs  van  dergelijke  activiteiten  een 
drempel is voor ouders en scholen om op uitstap te gaan.  
 
18 


 
 
 
Juridische gronden 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 §3 en 
56 §1. 
● 
Het decreet over het basisonderwijs van 25 februari 1997, inzonderheid artikelen 3 14°bis, 
27bis §1 en §3, 76. 
● 
De beslissing van de gemeenteraad van 26 februari 2002, houdende het reglement inzake 
tussenkomsten - beide gemeentescholen. 
● 
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 februari 2023, 
houdende meerdaagse activiteiten - tussenkomst gemeente. 
● 
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 maart 2023, houdende 
reglement - Gemeentelijke tussenkomst voor de organisatie van meerdaagse 
schoolactiviteiten. 
 
Adviezen 
● 
De commissie welzijn gaf een gunstig advies.  
 
Financiële gevolgen 
Geen financiële gevolgen. De financiële gevolgen worden per uitstap vastgelegd.  
 
Besluit  
met eenparigheid der stemmen 
Enig artikel: 
De gemeenteraad beslist om het volgende reglement goed te keuren: 
 
Gemeentelijke tussenkomst voor de organisatie van meerdaagse schoolactiviteiten 
 
Hoofdstuk I – Toepassingsgebied 
 
Art 1.   Dit reglement is van toepassing op de basisscholen gelegen op het grondgebied van de 
gemeente Kraainem en die erkend zijn door de Vlaamse gemeenschap.   
 
Art 2.  Dit reglement verstaat onder: 
● 
Meerdaagse activiteiten: meerdaagse pedagogische activiteiten die plaatsvinden buiten de 
schoolmuren en die, minstens gedeeltelijk, op schooldagen georganiseerd worden.  
● 
Buitenlandse meerdaagse activiteiten: meerdaagse activiteiten met een buitenlandse 
verblijfplaats met overnachting. 
● 
Binnenlandse meerdaagse activiteiten: meerdaagse activiteiten met een binnenlandse 
verblijfplaats met overnachting. 
● 
Minder scherpe maximumfactuur: de kosten voor de organisatie van meerdaagse 
activiteiten die de school maximaal mag vragen gedurende de lagere schoolloopbaan. Het 
bedrag van de minder scherpe maximumfactuur staat vermeld in het artikel 27bis §4 van het 
decreet basisonderwijs van 25 februari 1997. 
 
Hoofstuk II – Voorwaarden 
 
Art 3.  Een financiële ondersteuning wordt voorzien voor elke leerling in het lager onderwijs voor 
meerdaagse uitstappen tijdens hun lagere schoolloopbaan. 
 
Art 4.   Een meerdaagse uitstap moeten voldoen aan de volgende voorwaarde om in aanmerking te 
komen: 
● 
Ze garandeert de vrije keuze van deelname; 
● 
Ze sluit geen leerlingen uit; 
● 
Ze heeft een pedagogische waarde en kadert binnen het leerplan; 
● 
Ze vindt volledig plaats buiten de schoolmuren, activiteiten op school worden uitgesloten; 
19 


 
 
 
● 
De som van de ontvangen tussenkomst en het aan de ouders gevraagde bedrag mag de 
effectieve kostprijs van de uitstap niet overstijgen; 
● 
Andere vormen van financiële ondersteuning (OCMW, ziekenfonds, …) wordt aan de ouders 
gecommuniceerd; 
● 
De minder scherpe maximumfactuur wordt gerespecteerd en zo goed mogelijk benaderd. 
 
 
Art 5.  De gemeentelijke tussenkomst kan enkel gevraagd worden voor leerlingen en begeleiders die 
effectief hebben deelgenomen aan de meerdaagse activiteit of voor leerlingen en begeleiders 
waarvan de afwezigheid gewettigd wordt geacht en waarvoor de deelname niet meer tijdig 
geannuleerd kon worden.  
 
Art 6.  De tussenkomst van de gemeente kan maximaal 1/3 van de werkelijke kostprijs bedragen.  
 
Art 7.  Een gemeentelijke tussenkomst is slechts mogelijk voor activiteiten die goedgekeurd werden 
door het college van burgemeester en schepenen.  
 
Hoofstuk III - Bedrag 
 
Art 8.   De gemeentelijke tussenkomst bedraagt, voor het schooljaar 2022-2023, maximaal €20,00 
per leerling per nacht, voor zowel binnenlandse als buitenlandse activiteiten, en dit voor een 
maximum van 12 nachten per lagere schoolloopbaan.  
 
Art 9.  Vanaf 1 september 2023 wordt het bedrag van de maximale gemeentelijke tussenkomst 
jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de onderstaande formule. 
Mxy −Mxy−1
Tx
 
y =  1 +  
   ∗ Tx
Mx
y−1
y−1
 
Txy is de maximale gemeentelijke tussenkomst die de gemeente kan uitbetalen per nacht voor 
het komende schooljaar. 
Tx(y-1) is de maximale gemeentelijke tussenkomst die de gemeente kan uitbetalen per nacht 
voor het afgelopen schooljaar. 
Mxy is de minder scherpe maximumfactuur voor het komende schooljaar, die de Vlaamse 
gemeenschap heeft vastgelegd op basis van artikel 27bis §4 van het decreet basisonderwijs 
van 25 februari 1997. 
Mx(y-1) is de minder scherpe maximumfactuur voor het afgelopen schooljaar, die de Vlaamse 
gemeenschap heeft vastgelegd op basis van artikel 27bis §4 van het decreet basisonderwijs 
van 25 februari 1997. 
 
Art 10. De gemeentelijke tussenkomst houdt rekening met alle gemaakte kosten zoals verblijf, 
activiteiten, aankoop materiaal, vergoeding vrijwilligers, deelname betalende begeleiders, … , 
uitgezonderd busvervoer. 
 
Art 11. De school beslist zelf over de invulling van de activiteit en het aantal nachten per activiteit.  
 
Hoofstuk IV – Toekenning 
 
Art 12. De aanvraag voor een tussenkomst gebeurt, voorafgaand aan de meerdaagse activiteit, door 
de schooldirectie via een e-mail naar xxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx gericht aan het college van 
burgemeester en schepenen.  
 
Art 13. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om de financiële tussenkomst voor 
een meerdaagse activiteit te onderzoeken en goed of af te keuren.  
 
20 


 
 
 
Art 14. Een aanvraag die afgekeurd wordt, zal voorwerp uitmaken van een gemotiveerde beslissing 
van het college van burgmeester en schepenen.  
 
Art 15. Na de uitstap bezorgt de school de volgende stavingstukken via een e-mail naar 
xxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx: 
● 
de factuur van het verblijf met daarop de vermelding van het aantal leerlingen en de prijs per 
leerling. Indien van toepassing, het aantal betalende begeleiders en de prijs per betalende 
begeleider; 
● 
het aantal leerlingen, en het aantal betalende begeleiders, die effectief deelgenomen hebben 
aan de meerdaagse activiteit of waarvan de afwezigheid gewettigd wordt geacht en de 
deelname niet meer tijdig geannuleerd kon worden; 
● 
een uittreksel uit de communicatie naar de ouders over de kostprijs van de uitstap en met de 
vermelding van de betoelaging door de gemeente Kraainem. Hiervoor dient volgende zin 
vermeld te worden: “met de steun van gemeente Kraainem. 
 
Hoofdstuk V - Uitbetaling 
 
Art 16. De tussenkomst gebeurt via overschrijving op de rekening van de school die de aanvraag 
indiende.  
 
Art 17. De tussenkomst wordt na de activiteit en na ontvangst van de stavingstukken uitbetaald.  
 
Hoofdstuk VI - Inwerkingtreding 
 
Art 18. Het reglement inzake tussenkomsten beide gemeentescholen van 26 februari 2002 wordt 
opgeheven.  
 
Art 19. Dit reglement treedt in werking op 1 september 2023. 
 
 
14.  RETRIBUTIEREGLEMENT VOOR HET GEMEENTELIJK ONDERWIJS 
 
Feiten en context
 
● 
De  gemeenteraad  keurde  op  26  februari  2002  het  reglement  inzake  tussenkomsten  -  beide 
gemeentescholen  goed  waarin  onder  andere  de  gemeentelijke  retributies  voor  het  onderwijs 
voorzien worden.  
● 
Deze retributies zijn gedateerd, en jaarlijks keurt de gemeenteraad andere retributies goed bij 
via de goedkeuring van de schoolreglementen.  
● 
Er is nood aan een duidelijk en transparant retributiereglement voor het onderwijs. Sinds 2002 
is er namelijk heel wat veranderd waardoor scholen niet zo maar om het even welke retributie 
kunnen  heffen.  Ze  dienen  rekening  te  houden  met  zaken  als  de  (minder)  scherpe 
maximumfactuur, de bijdrageregeling, ... 
● 
De administratie stelde in samenwerking met de schooldirecties en de bevoegde schepenen een 
ontwerpretributiereglement. 
● 
De reglement geeft het volledig kader waarbinnen scholen al dan niet, beperkte, bijdragen en 
retributies mogen vragen.  
● 
Het  vastleggen  van  de  retributies  blijft  uiteraard  een  exclusieve  bevoegdheid  van  de 
gemeenteraad maar via dit reglement zal het college van burgemeester en schepenen jaarlijks 
de taak krijgen om de lijst van retributies op te stellen. De formalisering van deze regeling zal 
door de gemeenteraad gebeurden in de maand mei samen met het schoolreglement. 
● 
Tot slot, regelt het ontwerpreglement de betalingswijze van de retributies voor het onderwijs. 
 
Juridische gronden 
21 


 
 
 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 §3 en 56 
§1. 
● 
Het decreet over het basisonderwijs van 25 februari 1997, inzonderheid artikelen 3 14°bis, 27bis 
§1 en §3, 76. 
● 
De  beslissing  van  de  gemeenteraad  van  26  februari  2002,  houdende  het  reglement  inzake 
tussenkomsten - beide gemeentescholen. 
● 
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 maart  2022, houdende 
retributiereglement gemeentelijk onderwijs. 
 
Adviezen 
● 
De commissie welzijn gaf een gunstig advies op 5 april 2023. 
 
Financiële gevolgen 
Geen financiële gevolgen 
 
Besluit  
 
Enig artikel: 
De gemeenteraad beslist het volgende retributiereglement voor het gemeentelijk onderwijs: 
 
Retributiereglement voor het gemeentelijk onderwijs 
 
DEEL I - Toepassingsgebied en definities 
Art. 1  Dit reglement is van toepassing op de gemeentelijke basisscholen gelegen op het grondgebied 
van de gemeente Kraainem.   
 
Art. 2  Dit reglement verstaat onder: 
● 
Schoolbestuur:  de  inrichtende  macht  die  verantwoordelijk  is  voor  het  gemeentelijk 
onderwijs, namelijk het gemeentebestuur; 
● 
Scherpe maximumfactuur: de kosten voor de activiteiten en materialen die niet noodzakelijk 
zijn voor de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen; 
● 
Minder  scherpe  maximumfactuur:  de  kosten  voor  de  organisatie  van  meerdaagse  extra-
muros activiteiten die, minstens gedeeltelijk, binnen de schooluren vallen.  
● 
Meerdaagse  activiteiten:  meerdaagse  pedagogische  activiteiten  zoals  gedefinieerd  in  het 
reglement  gemeentelijke  tussenkomst  voor  de  organisatie  van  meerdaagse 
schoolactiviteiten van 25 april 2023. 
 
DEEL II - Retributieplichtige 
 
Art. 3  De retributie is hoofdelijk verschuldigd door de persoon die het kind heeft ingeschreven in een 
instelling  voor  gemeentelijk  onderwijs  van  Kraainem  en  door  al  wie  overeenkomstig  het 
Burgerlijk Wetboek (rechtstreeks of onrechtstreeks) gehouden is tot betaling van de kosten in 
het kader van de plicht tot levensonderhoud, opvoeding en opleiding van het kind. 
 
DEEL III - Kostenbeheersing 
Hoofdstuk I - Kosteloos 
 
Art. 4  Het schoolbestuur vraagt geen direct of indirect inschrijvingsgeld. 
 
Art. 5  Het schoolbestuur vraagt geen bijdrage voor onderwijs gebonden kosten die noodzakelijk zijn 
om en eindterm te realiseren of een ontwikkelingsdoel na te streven.  
 
Art. 6  De school legt een lijst van materialen vast die ze gratis ter beschikking stelt.  
 
22 


 
 
 
Hoofdstuk II - Scherpe maximumfactuur 
 
Art. 7  Het schoolbestuur kan een beperkte bijdrage vragen voor kosten die ze maakt om een eindterm 
of een ontwikkelingsdoel te verlevendigen.  
 
Art. 8  Het  bedrag  van  de  scherpe  maximumfactuur  staat  vermeld  in  het  artikel  27bis  §2  van  het 
decreet basisonderwijs van 25 februari 1997. 
 
Art. 9  De hoogte van deze bijdrage jaarlijks wordt vastgelegd door het schoolbestuur, in samenspraak 
met de schoolraad.  
 
Hoofdstuk III - Minder schepere maximumfactuur 
 
Art. 10 Voor  meerdaagse  activiteiten  kan  enkel  in  de  lagere  school  een  bijdrage  gevraagd  worden. 
Leerlingen zijn niet verplicht om deel te nemen aan deze activiteiten. 
 
Art. 11 Het bedrag van de minder scherpe maximumfactuur staat vermeld in het artikel 27bis §4 van 
het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997. 
 
Art. 12 De hoogte van deze bijdrage jaarlijks vastgelegd door het schoolbestuur, in samenspraak met 
de schoolraad.  
 
Hoofdstuk IV - Bijdrageregeling  
 
Art. 13 Bepaalde diensten en materialen kan het schoolbestuur tegen betaling aanbieden. Het gaat om 
uitgaven waar geen maximumbedrag voor voorzien is.  
 
Art. 14 De bijdrageregeling wordt jaarlijks vastgelegd door het schoolbestuur, in samenspraak met de 
schoolraad.  
 
Art. 15 De  diensten  en  materialen  opgenomen  in  de  bijdrageregeling  worden  door  de  school  niet 
gebruikt gedurende de lessen en activiteiten.  
 
Art. 16 De  ouders  kunnen  vrijblijvende  de  keuze  maken  om  al  dan  niet  gebruik  te  maken  van  de 
aangeboden diensten en/of materialen.  
 
Hoofdstuk V - Basisuitrusting 
 
Art. 17 Het schoolbestuur kan vastleggen welke zaken tot de basisuitrusting van elke leerling behoren.  
 
Art. 18 De kosten voor de basisuitrusting vallen ten laste van de ouders.  
 
Hoofdstuk VI - Vastlegging retributies 
 
Art. 19 Het college van burgemeester en schepen bereidt voor elk schooljaar de lijst van retributies en 
het bedrag ervan voor.  
 
Art. 20 De  vastgelegde  retributies  moeten  een  billijke  vergoeding  zijn  voor  de  kosten  van  de 
aangeboden diensten.  
 
Art. 21 De definitieve bijdrageregeling voor het schooljaar wordt door de gemeenteraad jaarlijks in juni 
geformaliseerd samen met het schoolreglement.  
 
DEEL IV - Betalingswijze 

23 


 
 
 
Hoofdstuk I - Inningsprocedure 
 
Art. 22 Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om de inningsprocedure vast te leggen.  
 
Hoofdstuk II - Openstaande vorderingen 
Art. 23 De financieel directeur kan in uitzonderlijke omstandigheden, na advies van de directeur van de 
school en in samenspraak met de retributieplichtige, uitstel van betaling of betaling op basis van 
een afbetalingsplan toestaan. 
 
Art. 24 De school kan elke retributieplichtige, zoals vermeld in artikel 3, afzonderlijk aanspreken voor 
het geheel van de schoolrekening. 
 
Art. 25 De  school  kan  niet  verplicht  worden  rekening  te  houden  met  overeenkomsten  die 
retributieplichtigen getroffen hebben of door de rechtbank werden bepaald over de kosten en 
de opvoeding van de kinderen. Die regelingen zijn immers niet tegenstelbaar aan derden zoals 
de school.  
 
Art. 26 De school hoeft geen gesplitste facturen te maken. Als retributieplichtigen dit wensen krijgen ze 
beiden een identieke schoolrekening. Beide retributieplichtigen blijven elk het resterende bedrag 
verschuldigd, tot de rekening volledig betaald is. 
 
Art. 27 Met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen, kan 
de gemeente zich beroepen op de bepalingen uit artikel 3 van het retributiereglement op de 
invordering van fiscale en niet-fiscale ontvangsten Vaststelling van de retributies voor de periode 
01/09/2020  tot  en  met  31/12/2025  van  20  augustus  2020,  onverminderd  andere 
invorderingsmaatregelen die de financieel directeur kan aanwenden. 
 
DEEL V - Inwerkingtreding en bekendmaking 
 
Art. 28 De tarieven worden bekendgemaakt op de website van de scholen en de gemeente en in het 
schoolreglement.  
 
Art. 29 Dit reglement treedt in werking op 1 september 2023. 
 
 
15.  WOONMAATSCHAPPIJ OOST-BRABANT-WEST - AANDUIDING BESTUURDER EN 
VERTEGENWOORDIGER ALGEMENE VERGADERING 
 
 Feiten en context
 
● 
In het kader van de oprichting van de Woonmaatschappij Oost-Brabant-West werd de erkenning 
van  de  sociale  huisvestingsmaatschappijen  Elk  zijn  Huis  cvba  en  cvba  Volkswoningbouw 
verlengd tot en met 30 juni 2023.  
● 
Vandaag zijn de fusieoperaties afgerond en op 15 juni 2023 vind de  Bijzondere  algemene 
vergadering  ter  oprichting  van  de  Woonmaatschappij
  plaats.  Dit  gebeurt  langs  een 
statutenwijziging. 
● 
Op 23 maart 2023 ontving de gemeente een schrijven van Elk zijn Huis cvba met de vraag om 
een kandidaat-bestuurder te willen aanduiden/bevestigen evenals een vertegenwoordiger 
voor de algemene vergadering

● 
De  statutaire  raad  van  bestuur  van  de  woonmaatschappij  zal  bestaan  uit  vijftien  leden
waarvan dertien vertegenwoordigers van lokale besturen, een vertegenwoordiger van de private 
aandeelhouders en een vertegenwoordiger van de Provincie Vlaams-Brabant.  
● 
In zitting van 26 februari 2019 besliste de gemeenteraad om 
○ 
raadslid Marie-France Constant aan te duiden als bestuurder van Elk zijn Huis. 
24 


 
 
 
○ 
raadslid  Vinciane  De  Meutter  aan  te  duiden  als  afgevaardigde  voor  de  algemene 
vergaderingen van Elk zijn Huis. 
● 
De gemeenteraad wordt gevraagd om deze aanduiding te bevestigen. 
 
Juridische gronden 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 
● 
De Vlaamse Codex Wonen art. 4.39/5 
● 
Het Besluit van de Vlaamse Codex Wonen, art. 4.144-4.146 en Bijlage 11 (de modelstatuten).  
 
Financiële gevolgen 
Geen financiële gevolgen 
 
Besluit  
 
Artikel 1: 
De gemeenteraad beslist om de aanduiding van Marie-France Constant als bestuurder van Elk zijn Huis, 
vanaf 15 juni 2023 via statutenwijziging omgevormd tot de Woonmaatschappij Oost-Brabant-West, te 
bevestigen. 
 
Artikel 2: 
De  gemeenteraad  beslist  om  de  aanduiding  van  Vinciane  De  Meutter  als  vertegenwoordiger  in  de 
algemene vergaderingen van Elk zijn Huis, vanaf 15 juni 2023 via statutenwijziging omgevormd tot de 
Woonmaatschappij Oost-Brabant-West, te bevestigen. 
 
 
16.  STREET ART - VASTLEGGING LOCATIES EN THEMA'S 
 
Feiten en context
 
● 
In de zitting van 7 februari 2023 werd de werkgroep van het project Street Art vastgelegd.  
● 
Na een eerste overleg en plaatsbezoek stelt de werkgroep volgende locaties en thema's voor: 
○ 
nutskasten: 
 
Oudstrijderslaan, ter hoogte van de Q8, aan de  1 nutskast: licht geribbeld, voldoet overig wel 
overkant 
aan de technische vereisten 
Kruising Emiel Bricoutlaan x Oudstrijderslaan   2 nutskasten die voldoen aan de technische 
vereisten 
ST. Antoniuslaan (speeltuintje) 
2  nutskasten  waarvan  1  voldoet  aan  de 
technische vereisten 
Emiel  Bricoutlaan,  ter  hoogte  van  de  school  2 nutskasten die voldoen aan de technische 
Klimboom, aan de overkant 
vereisten 
Kruising  Lijsterbessenbomenlaan  x  Arthur  2  nutskasten  waarvan  1  voldoet  aan  de 
Dezangrélaan  
technische vereisten 
 
Kruising 
Arthur 
Dezangrélaan 

ST.  1 nutskast: voldoet volledig aan de vereisten 
Pancratiuslaan 
Alfons Lenaertsstraat (perkje) 
2 nutskasten die voldoen aan de technische 
vereisten 
Vredeplein 
2 nutskasten die voldoen aan de technische 
vereisten 
● 
gebouwen (muren): 
 
Sporthal - Patronaatstraat 10 
Zijgevel aan de parking, bakstenen gedeelte 
Chaudron - Ferdinand Kinnenstraat 72 
Zijgevel 
25 


 
 
 
Optioneel:  Elektriciteits'huisje'  naast  het  Zijgevel 
Vredegerecht 
 
○ 
Thema's voor de nutskasten: 'eigen aan Kraainem / samen zijn in Kraainem / activiteiten 
in Kraainem', eventueel in combinatie met een bloementhema. 
○ 
Thema's  voor  de  sporthal:  'sport  en  beweging',  eventueel  in  combinatie  met  de 
geschiedenis van de locatie. 
○ 
Thema's voor de Chaudron / het elektriciteitshuisje: 'locatie / erfgoed / geschiedenis', 
'neutraliteit' en dit eventueel in combinatie met een bloementhema. 
● 
De werkgroep heeft 2 extra nutskasten en 1 extra muur voorzien in bovenstaand voorstel als 
marge. 
● 
Het college van burgemeester en schepenen bereikte over dit punt geen consensus en wordt 
door de burgemeester voorgelegd aan de gemeenteraad. 
 
Juridische gronden 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikelen 56 en 57.  
● 
De nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, inzonderheid artikel 107. 
● 
De beslissing van de gemeenteraad van 22 februari 2022 houdende de opstart van het Street 
Art project.  
● 
De beslissing van de gemeenteraad van 22 december 2022 houdende de goedkeuring van de 
gunning van het Street Art project.  
● 
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 31 januari 2023 houdende 
de vastlegging van de samenstelling van de werkgroep.  
● 
De  beslissing  van  de  gemeenteraad  van  28  februari  2023  houdende  de  vastlegging  van  de 
samenstelling van de werkgroep. 
● 
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 februari 2023 houdende 
de vastlegging van de werkgroep. 
● 
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen 28 maart 2023 houdende Street 
art - Vastlegging locaties en thema's 
 
Adviezen 
● 
Team  ruimtelijke  ontwikkeling  gaf  op  22  maart  2023  positief  advies  over  de locaties  van  de 
nutskasten. Deze zullen de komende 5 jaren niet verdwijnen of aangepast worden. 
 
Argumentatie
 
● 
Bovenstaande locaties worden voorgesteld omdat deze een hoofdas vormen in Kraainem, de 
inwoners er vaak passeren en de locaties in het oog springen (het zijn geen verborgen plekken). 
● 
Er werden 2 extra nutskasten en 1 extra muur voorgesteld zodat er een marge is voor mochten 
er toch nog onvoorziene afwijzingen zijn. 
 
Financiële gevolgen 
Geen financiële gevolgen 
 
Besluit  
met eenparigheid der stemmen 
Artikel 1: 
De gemeenteraad beslist om volgende locaties vast te leggen en door te sturen naar de leverancier voor 
het project Street Art. Op basis van de feedback van de leverancier zal de werkgroep de uiteindelijke 
10 nutskasten en 2 muren selecteren. 
● 
nutskasten: 
  
Oudstrijderslaan, ter hoogte van de Q8,  Licht  geribbeld,  voldoet  overig  wel  aan  de 
aan de overkant 
technische vereisten 
26 


 
 
 
Kruising 
Emiel 
Bricoutlaan 
x  2 nutskasten die voldoen aan de technische 
Oudstrijderslaan 
vereisten 
Antoniuslaan (speeltuintje) 
2  nutskasten  waarvan  1  voldoet  aan  de 
technische vereisten 
Emiel  Bricoutlaan,  ter  hoogte  van  de  2 nutskasten die voldoen aan de technische 
school Klimboom, aan de overkant 
vereisten 
Kruising  Lijsterbessenbomenlaan  x  2  nutskasten  waarvan  1  voldoet  aan  de 
Arthur Dezangrélaan 
technische vereisten 
  
Kruising  Arthur  Dezangrélaan  x  ST.  Voldoet volledig aan de vereisten 
Pancratiuslaan 
Alfons Lenaertsstraat (perkje) 
2 nutskasten die voldoen aan de technische 
vereisten 
Vredeplein 
2 nutskasten die voldoen aan de technische 
vereisten 
● 
gebouwen (muren): 
  
Sporthal - Patronaatstraat 10 
Zijgevel aan de parking, bakstenen gedeelte 
Chaudron - Ferdinand Kinnenstraat 72  Zijgevel 
Optioneel:  Elektriciteits'huisje'  naast  Zijgevel 
het Vredegerecht 
  
Artikel 2: 
De gemeenteraad beslist om volgende thema's vast te leggen voor het project Street Art: 
● 
Thema's voor de nutskasten: 'eigen aan Kraainem / samen zijn in Kraainem / activiteiten in 
Kraainem', eventueel in combinatie met een bloementhema. 
● 
Thema's voor de sporthal: 'sport en beweging', eventueel in combinatie met de geschiedenis 
van de locatie. 
● 
Thema's  voor  de  Chaudron  /  het  elektriciteitshuisje:  'locatie  /  erfgoed  /  geschiedenis', 
'neutraliteit' en dit eventueel in combinatie met een bloementhema. 
 
 
17.  MILIEU – RETRIBUTIEREGLEMENT MET BETREKKING TOT DE INZAMELING, HET 
HERGEBRUIK, DE RECYCLAGE, DE NUTTIGE TOEPASSING EN DE VERWIJDERING VAN 
HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
 
 
Feiten en context
 
● 
De intercommunale Interza staat in voor de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige 
toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen via een huis-aan-huisinzameling 
en het beheer van het recyclagepark. 
●  De wijzigingen die opgenomen zijn in het nieuwe retributiereglement zijn allemaal technisch van 
aard, en hebben als voornaamste bedoeling om in lijn te zijn met de Vlaamse regelgeving. 
●  De  wijzigingen  aan  het  reglement  staan  volledig  los  van  concreet  geplande  tariefwijzigingen. 
Binnen de begroting van Interza voor 2023 zijn geen tariefwijzigingen voorzien. 
 
Juridische gronden 
● 
De grondwet, artikel 170, §4. 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel en 40 en 41.  
● 
Het materialendecreet van 14 december 2011. 
● 
Het  besluit  van  de  Vlaamse  regering  van  17  februari  2012  tot  vaststelling  van  het  Vlaams 
reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. 
● 
Het decreet op de intergemeentelijke samenwerking. 
27 


 
 
 
● 
Het samenwerkingsverband en de statuten van de intercommunale Interza. 
● 
Het besluit van de gemeenteraad van 24 november 2020 betreffende de contantbelasting op de 
inzameling,  het  hergebruik,  de  recyclage,  de  nuttige  toepassing  en  de  verwijdering  van 
huishoudelijke afvalstoffen. 
 
Argumentatie 
 
●  Jan Buysse, directeur van Interza 
○  "De afvaltarieven werden tot op heden als contantbelasting geïnd. Conform de rechtsleer 
wordt een belasting eerder gedefinieerd als een algemene bijdrage zonder rechtstreekse 
band met een prestatie, terwijl een retributie  een bedrag is dat we betalen voor een 
specifieke  dienstprestatie  en  waarvan  de  vergoeding  in  verhouding  staat  met  de 
kostprijs ervan. 
○  De Vlaamse regelgeving verplicht lokale besturen in Vlarema om in de aanrekening van 
dienstverlening  rond  huishoudelijk  afval  de  werkelijke  kost  aan  te  rekenen.  In  deze 
optiek  worden  de  afvaltarieven  best  als  retributie  verrekend  eerder  dan  als 
contantbelasting.  Aanpassingen  aan  de  tarieven  zijn  in  dat  opzicht  ook  veeleer 
technische dan wel politieke beslissingen. Het college krijgt de taak deze beslissingen 
uit te voeren. 
○  In tijden van zeer sterke inflatie en onstabiele grondstoffenmarkten is het aangewezen 
om de afvaltarieven voldoende regelmatig aan te passen zodat de kloof tussen kostprijs 
en tarief voldoende klein blijft en zodat de verrekening van de kostaanpassingen zonder 
al  te  grote  schokken  verloopt.  De  kosten  van  de  intercommunale  zijn  zeer  sterk 
gebonden aan de prijzen voor stookolie en aan de loonkosten. Wanneer de tarieven voor 
dienstverlening onvoldoende de kostprijs dekken, zal dit een negatieve impact hebben 
op de vennotenbijdrage en op deze wijze op de gemeentelijke financiën.  
○  Het  is  belangrijk  dat  de  gemeenten  in  deze  tijden  voldoende  financiële  middelen 
behouden  om  de  sterke  sociale  noden  en  noodzakelijke  investeringen  te  kunnen 
doorvoeren.  
○  Belangrijk  is  om  aan  te  geven  dat  de  begroting  van  Interza  voor  2023  geen 
tariefstijgingen  voorziet.  Nadien  zullen  er  regelmatige  evaluaties  worden  gemaakt 
conform de Vlaamse regelgeving.  
○  De  intercommunale  zal  verder  blijven  inzetten  op  verbeterd  sorteergedrag  en 
afvalpreventie, zodat de globale kost voor de inwoners zoals in de voorbije jaren verder 
kan dalen. Het heeft evenwel beleidsmatig geen zin om de “vervuiling” van een beperkte 
groep inwoners met bovengemiddeld veel afval verder te subsidiëren ten koste van de 
gemeentelijke financiële slagkracht. Dit zou bovendien conform Vlarema niet toegelaten 
zijn. 
○  De ruime vrijstelling voor aanvoer van recycleerbaar afval op de recyclageparken blijft 
behouden  en  kan  niet  zonder  toestemming  van  de  gemeenteraad  worden  gewijzigd. 
Voor 15 andere afvalsoorten blijft de gratis aanvoer op het recyclagepark gelden.  
 
Financiële gevolgen 
Interza staat in voor de inning van de inkomsten.  
 
Besluit  
met eenparigheid der stemmen 
Artikel 1 
De    gemeenteraad  beslist  om  vanaf  1  mei  2023  een  retributie  wordt  gevestigd  op  de  volgende 
ingezamelde fracties van huishoudelijke oorsprong: 
 
a) Huis-aan-huisinzameling 
 
1) verwijdering van restafval en groot restafval (grof vuil) 
28 


 
 
 
2) recyclage van plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons (P+MD) 
3) recyclage van GFT-afval 
4) verwijdering van gebonden asbesthoudend bouwafval 
5) verkoop van composteerbare zakjes, emmertjes en containers voor papier, glas en gft 
 
b) Brengmethode (recyclagepark) 
 
1) inzameling en verwijdering van niet recycleerbaar groot restafval (brandbaar en niet brandbaar) 
2) inzameling en recyclage van bouw- en sloopafval, groenafval, houtafval & kunststofafval 
3) inzameling en recyclage van gebonden asbesthoudend bouwafval 
 
c) Ondergrondse inzameling.(enkel voor bewoners met sorteerstraten) 
 
1) verwijdering van restafval 
2) recyclage van GFT-afval 
3) Verstrekken van een bijkomende badge of een nieuwe badge na verlies 
 
Artikel 2: 
Het bedrag van de retributie wordt voor de huis-aan-huisinzameling als volgt vastgesteld. 
 
Fractie retributie 
 
a) Restafval 
 
45 l zak 
 
2 euro 
22.5 l zak  
 
1 euro 
1100 liter container 
32 euro per lediging 
 
b) Groot restafval 
 
Per laadbak (2 m3) 
25 euro 
 
c) Plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons 
 
70 l zak  
 
0,125 euro 
De verplichting tot aanlevering in de blauwe P+MD-zak geldt eveneens bij aanvoer op het recyclagepark. 
 
d) GFT-afval (Gebruiksrecht per jaar via gft sticker) 
Container 240 liter 
90 euro 
Container 140 liter 
60 euro 
 
e) gebonden asbesthoudend bouwafval 
 
Bigbag met afmetingen 3.10 x 1.10 x 0.30 meter 
30 euro 
 
f)  Aankoop  van  composteerbare  zakjes,  compostvaten  en  -bakken,  emmertjes  en  containers  voor 
papier, glas en gft 
 
Emmertje met één rol van 50 zakjes    
6 euro 
Twee rollen van 50 zakjes 
 
 
6 euro 
Zakasbakje 
 
 
 
 
2.5 euro 
Compostvat 
 
 
 
 
15 euro 
Compostbak 
 
 
 
 
25 euro 
 
29 


 
 
 
Container voor papierafval (140 of 240 liter)  40 euro 
Container voor glasafval (140 of 240 liter) 
40 euro 
Bakje voor glasafval 
 
 
 
6 euro 
Containers voor papier en glas bij collectief gebruik in meergezinswoningen     Gratis bruikleen 
Eerste container voor gft afval per woning (140 of 240 liter)   
 
Gratis Bruikleen 
Tweede container voor gft afval per woning (140 of 240 liter)   
40 euro 
Leveringskosten voor containers aan huis 
 
 
 
 
15 euro 
 
Artikel 3: 
Het  groot  restafval,  groenafval,  houtafval,  harde  plastics,  zuiver  steenpuin,  gemengd  bouwafval  en 
asbesthoudend  bouwafval  kunnen  tegen  betaling  aangeboden  worden  op  het  recyclagepark  in 
samenwerking met en volgens de voorschriften van INTERZA. De wijze van betaling geschiedt op de 
door INTERZA 
voorgeschreven wijze, door middel van afgifte van een betaalbewijs conform de regels van INTERZA of 
door elektronische betaling via bancontact.  
 
De  basis  van  de  tarifering  wordt  gevormd  door  het  volume  van  het  aangeboden  afval    volgens  de 
geldende tariefcategorie. Dit volume worden bepaald als het volume van de meetkundige balk gevormd 
door de uiteindes van het afval in de verschillende dimensies.  
 
Volgende categorieën worden onderscheiden: 
 
Categorie 1: Volume tot 0.25 m3 
Categorie 2: Volume tussen 0.25 en 0.5 m3 
Categorie 3: Volume tussen 0.5 en 1 m3 
Categorie 4: Volume tussen 1 en 1.5 m3 
Categorie 5: Volume tussen 1.5 en 2 m3 
Categorie 6: Volume tussen 2 en 3 m3 
 
Volgende tarieven worden gehanteerd in euro 
 
Asbesthoudend 
Recycleerbaar 
(groen,  Gemengd 
bouwafval 
en 
bouwafval 
harde  plastics,  hout  en  groot restafval 
zuiver steen) 
Cat 1 

2.5 
6.25 
Cat 2 
10 

12.5 
Cat 3 
20 
10 
25 
Cat 4 
30 
15 
32.5 
Cat 5 
40 
20 
50 
Cat 6 
60 
30 
75 
 
In afwijking van bovenstaande tarieven wordt voor zetels en sanitair porselein (WC, lavabo) een vast 
tarief gehanteerd van 5 euro, voor meerpersoons zetels en matrassen geldt een vast tarief van 10 euro. 
 
Ieder gezin heeft recht op een jaarlijkse vrijstelling van 25 euro voor de aanvoer van recycleerbaar afval 
en asbesthoudend bouwafval.  
Bij een jaarlijkse aanvoer per gezin voor meer dan 100 euro, worden de tarieven verhoogd met 50 %. 
Zowel de vrijstelling als de verhoging worden berekend per kalenderjaar. 
 
Voor de aanvraag van een toegangsbadge voor KMO’s en voor personen met eigendom of verblijf in de 
gemeente zonder domicilie wordt eenmalig 20 euro administratiekost aangerekend. 
 
Artikel 4: 
Het bedrag van de retributie voor de ondergrondse inzameling wordt als volgt vastgesteld: 
 
30 


 
 
 
Fractie  
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Tarief 
A) Restafval 
Per dumping van restafval in de 30 liter trommel 
 
 
1.25 euro 
B) Gft   
Per dumping van gft in de 20 liter trommel 
 
 
 
0,25 euro 
C) Verstrekken van een bijkomende badge of een nieuwe badge na verlies 
5 euro  
 
De vermelde retributie, is verschuldigd door eenieder die bij herhaling voor hetzelfde adres een badge 
voor gebruik van de ondergrondse containers aanvraagt. 
De  personen  die  gebruik  maken  van  de  bij  hun  woning  horende  ondergrondse  containers  voor 
inzameling en hiervoor bij herhaling (tweede, derde, vierde …keer ) een toegangsbadge aanvragen zijn 
dit bedrag verschuldigd bij de aanvraag van de badge via het klantenportaal. Dit bedrag wordt voor 
verzending afgetrokken van het tegoed op de klantenrekening geassocieerd met de badge. 
 
Artikel 5: 
§ 1. De retributie vermeld in artikel 2, a) en b) is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de 
gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van restafval. 
§  2.  De  retributie  vermeld  in  artikel  2,  c)  is  verschuldigd  door  eenieder  die  gebruik  maakt  van  de 
gemeentelijke  dienstverlening  inzake  huis-aan-huisinzameling  van  plastic  verpakkingen,  metalen 
verpakkingen en drankkartons. 
§  3.  De  retributie  vermeld  in  artikel  2,  d)  is  verschuldigd  door  eenieder  die  gebruik  maakt  van  de 
gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van GFT-afval. 
§  4.  De  retributie  vermeld  in  artikel  2,  e)  is  verschuldigd  door  eenieder  die  gebruik  maakt  van  de 
gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van gebonden asbesthoudend bouwafval. 
§ 5. De retributie vermeld in artikel 2, f) is verschuldigd door eenieder die De betrokken afvalrecipiënten 
bij Interza aankoopt  
§  6.  De  retributie  vermeld  in  artikel  3  is  verschuldigd  door  eenieder  die  gebruik  maakt  van  de 
gemeentelijke dienstverlening inzake inzameling op het recyclagepark. 
§  7.  De  retributie  vermeld  in  artikel  4a),  is  verschuldigd  door  eenieder  die  gebruik  maakt  van  de 
ondergrondse containers opgesteld met het oog op inzameling bij diens woning van, restafval. 
§  8.  De  retributie  vermeld  in  artikel  4b),  is  verschuldigd  door  eenieder  die  gebruik  maakt  van  de 
ondergrondse containers opgesteld met het oog op inzameling bij diens woning van gft. 
§ 9. De retributie vermeld in artikel 4c), is verschuldigd door eenieder die bij herhaling voor hetzelfde 
adres een badge voor gebruik van de ondergrondse containers aanvraagt. 
 
Artikel 6: 
§ 1. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven zakken zijn de retributie 
verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en). 
 
Gebruikers van 1100 liter containers zijn de retributie verschuldigd bij  aanvang van het kalenderjaar 
waarop de dienstverlening betrekking heeft 
 
§ 2. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers voor GFT-
afval zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop van de door de gemeente voorgeschreven stickers 
op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).  
 
§  3.  De  personen  die  voor  de  aanbreng  van  afvalstoffen  gebruik  maken  van  het  gemeentelijk 
recyclagepark zijn de in artikel 3 vermelde retributie verschuldigd.  
 
Artikel 7: 
Het  intergemeentelijk  samenwerkingsverband  Interza  wordt  gemachtigd  om  de  retributie  voor  het 
gebruik van de restafvalzakken en 1100 liter containers voor restafval (art. 2a,3°), voor de huis-aan-
huisinzameling van grof vuil, p+md en gebonden asbesthoudend bouwafval  (art 2b en 2e), voor de 
verkoop van afvalrecipïenten (art 2f), voor de aanvoer van afval naar het recyclagepark (art. 3) en voor 
de ondergrondse inzameling (art 4) te innen.  
 
31 


 
 
 
Het  intergemeentelijk  samenwerkingsverband  Interza  wordt  gemachtigd  om  de  retributie  voor  het 
gebruik van de gft-stickers te innen. De inkomsten voor de gft sticker worden doorgestort op basis van 
de gemeente waarvoor de sticker werd aangekocht. 
 
Artikel 8: 
Conform de bepalingen van het Vlarema dienen de gevraagde afvaltarieven de weerslag te zijn van de 
werkelijke kost in toepassing van het principe “de vervuiler betaalt”.  
Het college van Burgemeester en Schepenen dient deze aanpassingen door te voeren, op vraag van de 
raad van bestuur van Interza dat zich hiervoor baseert op de kostprijscalculatie van de intercommunale 
conform Vlarema, zonder doorrekening van de overheadkosten. 
 
Voor wat betreft de tarieven op de recyclageparken mag de kostprijs van de vaste infrastructuur en de 
vaste personeelsleden niet in de kostprijs aan de inwoner verrekend worden, wel de totale kosten voor 
de verwerking en het transport van het afval.  
 
Het principe dat ieder gezin jaarlijks een equivalente hoeveelheid van 2.5 m3 recycleerbare afvalstoffen 
gratis op het recyclagepark mag aanbrengen dient gevrijwaard te worden. 
 
Artikel 9: 
De retributie moet contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs. 
Wanneer contante betaling uitzonderlijk niet mogelijk is, wordt de retributie betaald binnen de 14 dagen 
nadat de betalingsuitnodiging verzonden is.  
Wanneer een herinnering vereist is (saldo onder nul en betalingstermijn is verlopen), wordt deze digitaal 
of per post verstuurd en worden er geen administratiekosten aangerekend. Wanneer een aanmaning 
vereist  is  (saldo  onder  nul  en  niet-betaling  binnen  de  14  dagen  na  de  herinnering),  wordt  deze 
aangetekend verstuurd en worden 25 euro administratiekosten aangerekend. Het volledig verschuldigde 
bedrag zal ingevorderd worden via dwangbevel overeenkomstig artikel 177, tweede lid van het decreet 
over het lokaal bestuur van 22 december 2017, of in voorkomend geval langs gerechtelijke weg. 
 
Artikel 10: 
De gemeenteraadsbeslissing van 24 november 2020 houdende het vaststellen van het reglement op de 
inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke 
afvalstoffen. wordt opgeheven. 
 
Artikel 11: 
Onderhavig  reglement  wordt  bekendgemaakt  overeenkomstig  artikel  286  van  het  decreet  over  het 
lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen. De bekendmaking van dit reglement wordt 
aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over 
het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen. 
 
Artikel 12:  
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan Interza  en Ovam. 
 
 
18.  OMGEVING - GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN - ADVIESAANVRAAG 
GEMEENTERAAD NAAR AANLEIDING VAN NIET MEER GELDIG TE VERKLAREN 
BEPERKTE ONDERDELEN GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN
 
 
Feiten en context
 
● 
Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Kraainem heeft in zitting van 
19 april 2022 de formele vraag gesteld aan de provincie om een aantal bepalingen uit haar 
structuurplan niet meer geldig te verklaren naar aanleiding van de voorlopige vaststelling van 
het ontwerp van Provinciaal Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant in toepassing van art. 2.1.8. 
§2 VCRO. 
32 


 
 
 
● 
In zitting van 11 oktober 2022 besliste de provincieraad in dit verband het advies van de 
gemeenteraad van Kraainem te vragen over het niet meer geldig verklaren van volgende 
onderdelen van het gemeentelijke ruimtelijke structuurplan zoals goedgekeurd door de 
deputatie op 01 maart 2007:  
 
 
- P 7 Richtinggevend deel, onder '1.4.1 Concepten m.b.t. Kraainem Noord & 
 
 
Midden-Stokkel', de zinnen: "Het Pikdorenveld gelegen tussen K. Astridiaan, 
 
 
Wezembeeklaan, de Burburelaan en de bedding van de tramlijn 39 wordt als een 
 
 
strategisch projectgebied beschouwd waar ontwikkelingen worden voorop gesteld in 
 
 
een groen kader. De plannen voor de ontwikkeling van de Wezembeeklaan zijn hier 
 
 
een onderdeel van en moeten eerst worden uitgewerkt alvorens de ontwikkeling van 
 
 
het noordelijk deel van Pikdorenveld kan worden opgestart." 
 
 
- P 22-23 Richtinggevend deel onder '2.2 Gewenste Nederzettingsstructuur - 
 
 
Woonbeleid gericht op de uitbouw van het stedelijk gebied en versterking van de 
 
 
kernen', de zinsnede: "... (bv. Pikdorenveld) …” 
 
 
- P 26 Richtinggevend deel onder '2.2.3 Uitbouwen Kernen Kraainem Noord, Midden en 
 
 
Stokkel Kraainem Midden kwalitatief stedelijk woongebied' de zin: “Ontwikkelen van 
 
 
het Pikdorenveld als kernversterkend project, waarbij de plannen voor de herinrichting 
 
 
van de Wezembeeklaan moeten uitgewerkt zijn alvorens de ontwikkeling van 
 
 
Pikdorenveld noord kan opgestart worden.” 
 
 
- P 30 Richtinggevend deel onder 2.3.1.2 Categorie 2 -Zonevreemde woningen in 
 
 
overige openruimtegebieden', de zinsnede: “de ontwikkelingen dienen afgewogen te 
 
 
worden tegenover de ontwikkeling van het stedelijk project Pikdorenveld;” 
 
 
- P 39 Richtinggevend deel, het volledige tekstdeel inzake ‘2.4.7 Overige gebieden, die 
 
 
op termijn in aanmerking komen voor woningbouw’ 
 
 
- P 40 Richtinggevend deel onder '2,5.1.2 Randvoorwaarden ten aanzien van de 
 
 
bovenlokale kleinhandelszone Wezembeeklaan', de zinnen: “Een verdere bespreking 
 
 
van de ontwikkelingsmogelijkheden is opgenomen in hoofdstuk 3 / deelgebied 
 
 
Pikdorenveld. Aangezien het om een strategische ontwikkeling in het stedelijk gebied 
 
 
gaat, vormt het voorstel een suggestie naar de hogere overheid.” 
 
 
- P 50-51 Richtinggevend deel onder 2.8.3.1.1 Scenario 1 / bovenlokaal 
 
 
ontwikkelingsperspectief, de zin: “Een verdere bespreking van de 
 
 
ontwikkelingsmogelijkheden is opgenomen in hoofdstuk 3 / deelgebied Pikdorenveld.” 
 
 
- P 51 Richtinggevend deel onder 2.8.3.1.2 Scenario 2 / lokaal  
 
 
 
 
 
ontwikkelingsperspectief, de zin: “Het lokaal ontwikkelingsperspectief wordt verder 
 
 
besproken in hoofdstuk 3 / deelgebied Pikdorenveld.” 
 
 
- P 57-60 Richtinggevend deel het volledige hoofdstuk 3 inzake ‘GEWENSTE 
 
 
ONTWIKKELING DEELRUIMTEN' 
 
 
- P 5 Bindend deel, in bindende bepaling nr. 14 de zin: “De uitbouw van de handels- 
 
 
en bedrijfsfunctie zowel als de mogelijkheden voor woningbouw voor het deelgebied 
 
 
Pikdorenveld.” 
 
Juridische gronden 
● 
Het besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 11 oktober 2022, houdende 
Provinciaal Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant - Ontwerp - Voorlopige vaststelling door 
provincieraad. 
● 
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 40. 
 
Financiële gevolgen 
Geen financiële gevolgen 
 
Besluit  
met eenparigheid der stemmen 
Artikel 1: 
33 


 
 
 
De gemeenteraad beslist om gunstig advies te verlenen over het niet meer geldig verklaren van 
volgende onderdelen van het gemeentelijke ruimtelijke structuurplan zoals goedgekeurd door de 
deputatie op 01 maart 2007:  
- P 7 Richtinggevend deel, onder '1.4.1 Concepten m.b.t. Kraainem Noord & 
Midden-Stokkel', de zinnen: "Het Pikdorenveld gelegen tussen K. Astridiaan, 
Wezembeeklaan, de Burburelaan en de bedding van de tramlijn 39 wordt als een 
strategisch projectgebied beschouwd waar ontwikkelingen worden voorop gesteld in 
een groen kader. De plannen voor de ontwikkeling van de Wezembeeklaan zijn hier 
een onderdeel van en moeten eerst worden uitgewerkt alvorens de ontwikkeling van 
het noordelijk deel van Pikdorenveld kan worden opgestart." 
- P 22-23 Richtinggevend deel onder '2.2 Gewenste Nederzettingsstructuur - 
Woonbeleid gericht op de uitbouw van het stedelijk gebied en versterking van de 
kernen', de zinsnede: "... (bv. Pikdorenveld) …” 
- P 26 Richtinggevend deel onder '2.2.3 Uitbouwen Kernen Kraainem Noord, Midden en 
Stokkel Kraainem Midden kwalitatief stedelijk woongebied' de zin: “Ontwikkelen van 
het Pikdorenveld als kernversterkend project, waarbij de plannen voor de herinrichting 
van de Wezembeeklaan moeten uitgewerkt zijn alvorens de ontwikkeling van 
Pikdorenveld noord kan opgestart worden.” 
- P 30 Richtinggevend deel onder 2.3.1.2 Categorie 2 -Zonevreemde woningen in 
overige openruimtegebieden', de zinsnede: “de ontwikkelingen dienen afgewogen te 
worden tegenover de ontwikkeling van het stedelijk project Pikdorenveld;” 
- P 39 Richtinggevend deel, het volledige tekstdeel inzake ‘2.4.7 Overige gebieden, die 
op termijn in aanmerking komen voor woningbouw’ 
- P 40 Richtinggevend deel onder '2,5.1.2 Randvoorwaarden ten aanzien van de 
bovenlokale kleinhandelszone Wezembeeklaan', de zinnen: “Een verdere bespreking 
van de ontwikkelingsmogelijkheden is opgenomen in hoofdstuk 3 / deelgebied 
Pikdorenveld. Aangezien het om een strategische ontwikkeling in het stedelijk gebied 
gaat, vormt het voorstel een suggestie naar de hogere overheid.” 
- P 50-51 Richtinggevend deel onder 2.8.3.1.1 Scenario 1 / bovenlokaal 
ontwikkelingsperspectief, de zin: “Een verdere bespreking van de 
ontwikkelingsmogelijkheden is opgenomen in hoofdstuk 3 / deelgebied Pikdorenveld.” 
- P 51 Richtinggevend deel onder 2.8.3.1.2 Scenario 2 / lokaal ontwikkelingsperspectief, de zin: “Het 
lokaal ontwikkelingsperspectief wordt verder 
besproken in hoofdstuk 3 / deelgebied Pikdorenveld.” 
- P 57-60 Richtinggevend deel het volledige hoofdstuk 3 inzake ‘GEWENSTE 
ONTWIKKELING DEELRUIMTEN' 
- P 5 Bindend deel, in bindende bepaling nr. 14 de zin: “De uitbouw van de handels- 
en bedrijfsfunctie zowel als de mogelijkheden voor woningbouw voor het deelgebied 
Pikdorenveld.” 
 
 
Artikel 2: 
De gemeenteraad beslist om het advies uiterlijk voor 1 mei 2023 per e-mail te bezorgen aan 
xxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxx.xx. 
 
 
19.  BULLETIN DER SCHRIFTELIJKE VRAGEN 
 
Feiten en context
 
● 
De  beantwoorde  schriftelijke  vragen  worden  opgenomen  in  het  bulletin  tijdens  de  eerste 
volgende vergadering. 
● 
Er  werd  één  schriftelijke  vraag  ingediend  door  de  heer  Pierre  Simon  betreffende  de  werken 
uitgevoerd op de Baron Albert d'Huartlaan.  
 
34 


 
 
 
Juridische gronden 
● 
De beslissing van de gemeenteraad van 29 september 2020 houdende huishoudelijk reglement, 
inzonderheid artikel 11, 2de alinea. 
 
Besluit 
 
Enig artikel: 
De gemeenteraad neemt kennis van de vraag van de heer Pierre Simon over de werken uitgevoerd op 
de Baron Albert d'Huartlaan en het bijhorende antwoord.  
 
 
20.  BEHANDELING MONDELINGE VRAGEN VORIGE ZITTING VAN 28 MAART 2023 
 
Feiten en context
 
●  Als de burgemeester of de bevoegde schepenen niet in de mogelijkheid zijn om onmiddellijk te 
antwoorden op de gestelde mondelinge vragen tijdens de vergadering worden deze op de 
volgende vergadering beantwoord. 
 
Juridische gronden 
●  De beslissing van de gemeenteraad van 29 september 202 houdende huishoudelijk reglement, 
inzonderheid artikel 11, 3de alinea. 
 
Besluit 
 
Enig artikel: 
De  gemeenteraad  neemt  kennis  dat  de  mondelinge  vragen  van  de  vorige  vergadering  van  de 
gemeenteraad van 28 maart 2023 behandeld werden. 
 
 
21.  MONDELINGE VRAGEN 
 
De gemeenteraad behandelt volgende mondelinge vragen: 
 
 
 
 
 
 
 
Joëlle Eggermont 
Luc Timmermans 
Algemeen directeur 
Voorzitter 
 
35