ONTWERPDAGORDE VAN DE GEMEENTERAAD
Gemeente Kraainem
Zitting van 25/04/2023 Van 19:00 uur tot 22:00 uur
OPENBARE ZITTING
1.
Goedkeuring notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 28 maart 2023
2.
Goedkeuring notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 31 maart 2023
3.
Centrumregio Halle-Vilvoorde - Toelichting
4.
Kerkfabriek Sint-Dominicus - Budget 2023
5.
Kerkfabriek Sint-Pancratius - Budget 2023
6.
Financieel verslag 2022
7.
Verslag commissie bestuur van 4 april 2023
8.
Deontologische code - mandatarissen gemeente - oprichting deontologische commissie
9.
Verslag commissie welzijn van 5 april 2023
10. Zefier - Jaarvergadering - 8 juni 2023
11. Haviland Intercommunale - Algemene vergadering - 21 juni 2023
12. Iverlek - Algemene vergadering - 23 juni 2022
13. Reglement - Gemeentelijke tussenkomst voor de organisatie van meerdaagse schoolactiviteiten
14. Retributiereglement voor het gemeentelijk onderwijs
15. Woonmaatschappij Oost-Brabant-West - Aanduiding bestuurder en vertegenwoordiger algemene
vergadering
16. Street art - Vastlegging locaties en thema's
17. Milieu – retributiereglement met betrekking tot de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de
nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen
18. Omgeving - Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan - Adviesaanvraag gemeenteraad naar
aanleiding van niet meer geldig te verklaren beperkte onderdelen gemeentelijk ruimtelijk
structuurplan
19. Bulletin der schriftelijke vragen
20. Behandeling mondelinge vragen vorige zitting van 28 maart 2023
21. Mondelinge vragen
1
OPENBARE ZITTING
1.
GOEDKEURING NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 28
MAART 2023
Feiten en context
● De gemeenteraad dient de notulen van de vergadering van 28 maart 2023 goed te keuren.
Juridische gronden
● Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 277 en
278.
Financiële gevolgen Geen financiële gevolgen
Besluit Enig artikel:
De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van 28 maart 2023 goed.
2.
GOEDKEURING NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 31
MAART 2023
Feiten en context
●
De gemeenteraad dient de notulen van de vergadering van 31 maart 2023 goed te keuren.
Juridische gronden
●
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 277 en
278.
Financiële gevolgen Geen financiële gevolgen
Besluit Enig artikel:
De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van 31 maart 2023 goed.
3.
CENTRUMREGIO HALLE-VILVOORDE - TOELICHTING
Feiten en context
●
Er werd een
visienota Centrumregio Halle-Vilvoorde opgesteld in 2021 door de groep
burgemeesters Halle-Vilvoorde inzake de toekomst van onze regio.
●
Er wordt momenteel gepolst naar de
prioriteiten inzake regio-ontwikkeling van elk college
van burgemeester en schepenen afzonderlijk:
○
Welke thema’s willen we naar voor schuiven, vanuit een breder regionaal perspectief,
over de gemeentegrenzen heen (veiligheid, mobiliteit, onderwijs,… --> zie visienota &
het profiel van onze regio in verschillende thema’s).
●
Op de volgende Burgemeestersconferentie zal een
plan van aanpak, inclusief het financiële
aspect, gedefinieerd worden waarna deze zal voorgelegd worden aan de gemeenteraden.
2
●
De ambitie is een erkenning door de Vlaamse overheid van Halle-Vilvoorde als centrumregio
met de bijhorende
financiële middelen.
●
Het college van burgemeester en schepenen werd op 23 augustus 2022 gevraagd om tegen
oktober 2022 een antwoord te formuleren op volgende vragen:
○
Wat is het engagement van het gemeentebestuur voor Centrumregio Halle-Vilvoorde en
het voorgestelde plan van aanpak?
○
Welke strategische uitdagingen moeten regionaal aangepakt worden, binnen
Toekomstforum?
○
Welke accenten moeten er subregionaal en lokaal gelegd worden?
○
In welke vorm en op welk niveau moeten de subregionale uitdagingen aangepakt
worden?
●
Het managementteam bestudeerde de nota grondig en formuleerde een aantal
bedenkingen
waarvan het college van burgemeester en schepenen op 11 oktober 2022 kennis nam.
●
Gedurende de gemeenteraad zal de heer Stephan Verwee van Haviland een toelichting geven
over de Centrumregio.
Juridische gronden
●
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 56 en 57.
●
De kennisname van het college van burgemeester en schepenen van 11 oktober 2022,
inzonderheid het agendapunt Centrumregio Halle-Vilvoorde.
Besluit Enig artikel:
De gemeenteraad neemt kennis van de toelichting van Haviland.
4.
KERKFABRIEK SINT-DOMINICUS - BUDGET 2023
Feiten en context
●
De gemeente ontving van de kerkfabriek Sint-Dominicus het budget 2023 dat door de kerkraad
werd goedgekeurd op 05/02/2023.
●
De gemeente ontving eveneens een gunstig advies van het erkend representatief orgaan
(bisdom).
●
In het budget 2023 wordt een investeringstoelage van 52 500 euro gevraagd voor het schilderen
van de buitenmuren van de kerk.
●
Deze investeringstoelage werd reeds voorzien in het meerjarenplan van de gemeente.
Juridische gronden
●
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikelen 40 en 41
●
Het eredienstdecreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de
erediensten.
●
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement
op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de
eredienst.
●
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de
boekhouding van de besturen van de eredienst.
●
Het decreet van 6 juli 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004
betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten.
Besluit Enig artikel:
3
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Dominicus
5.
KERKFABRIEK SINT-PANCRATIUS - BUDGET 2023
Feiten en context
●
De gemeente ontving van de kerkfabriek Sint-Pancratius het budget 2023 dat door de kerkraad
werd goedgekeurd op 14/06/2022.
●
De gemeente ontving eveneens een gunstig advies van het erkend representatief orgaan
(bisdom).
●
In het budget 2023 worden geen investeringstoelage of bijkomende exploitatietoelage
gevraagd.
Juridische gronden
●
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikelen 40 en 41.
●
Het eredienstdecreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de
erediensten.
●
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement
op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de
eredienst.
●
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de
boekhouding van de besturen van de eredienst;
●
Het decreet van 6 juli 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004
betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten.
Besluit Enig artikel:
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Pancratius.
6.
FINANCIEEL VERSLAG 2022
Feiten en context
●
De financieel directeur staat in volle onafhankelijkheid in voor:
○
De voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de
gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire
en financiële impact;
○
Het debiteurenbeheer, in het bijzonder de invordering van de fiscale en niet-fiscale
ontvangsten en het verlenen van kwijting.
●
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid over de volgende
aangelegenheden aan de gemeenteraad, aan de raad voor maatschappelijk welzijn, aan het
college van burgemeester en schepenen, en aan het vast bureau:
○
De vervulling van voornoemde opdrachten;
○
De thesaurietoestand, liquiditeitsprognose, beheerscontrole en evolutie van de
budgetten;
○
De financiële risico's (opgenomen in de jaarrekening).
●
Als bijlage bij de jaarrekening werd een financiële rapportering opgesteld bij boekjaar 2022.
Dit rapport bevat per 31/12/2022:
○
Rapportering over de budgetuitvoering
○
Rapportering over het voorafgaand visum
○
Rapportering over het debiteurenbeheer
○
Rapportering over de thesaurietoestand
4
Juridische gronden
●
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 177.
Financiële gevolgen Geen financiële gevolgen
Besluit Enig artikel:
De gemeenteraad neemt kennis van de financiële rapportering door de financiële directeur voor het
boekjaar 2022.
7.
VERSLAG COMMISSIE BESTUUR VAN 4 APRIL 2023
Feiten en context
●
Op 4 april 2023
heeft de commissie bestuur een vergadering gehouden met als agendapunten:
○
Aanpassing deontologische code - oprichting deontologische commissie
Juridische gronden
●
Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 17 december 2019, inzonderheid artikel
41.
Besluit Enig artikel:
De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van de vergadering van de commissie bestuur van 4
april 2023.
8.
DEONTOLOGISCHE CODE - MANDATARISSEN GEMEENTE - OPRICHTING
DEONTOLOGISCHE COMMISSIE
Feiten en context
●
Op 2 maart 2023 trad een aanpassing van het artikel 39 van het decreet over het lokaal bestuur
van 22 december 2017 in werking.
●
Vanwege deze wijziging moeten alle steden en gemeenten in Vlaanderen vanaf maart 2023 een
deontologische commissie op richten. Die ziet toe op de verantwoordelijke invulling van de
politieke mandaten.
●
Voor het lokaal bestuur Kraainem betekent dit dat er zowel voor het OCMW als voor de gemeente
een deontologische commissie opgericht dient te worden. Om deze reden werd de huidige
deontologische code in het voorstel opgesplitst per entiteit.
●
De deontologische commissie is geen gemeenteraadscommissie, en mag dus niet vergeleken
worden met deze laatste. De deontologische commissie wordt op een andere wijze samengesteld
en ook over de werking zijn er geen regels die de Vlaamse overheid oplegt.
●
De administratie werkte een aanpassing van de deontologische code voor mandatarissen uit,
waarmee de deontologische commissie wordt opgericht en de werking van deze commissie
uitgewerkt wordt.
●
De modelcode van de VVSG werd als basis gebruikt samen met voorbeelden uit andere lokale
besturen.
●
De administratie stelt de volgende aanpassingen voor:
○
De titel van het reglement wordt vervangen van "Deontologische code - mandatarissen"
naar "Deontologische code mandatarissen gemeente"
5
○
Voor de artikelen 1 tot en met 41 worden de woorden "raad voor het maatschappelijk
welzijn", "de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn", "de leden van de
raad voor maatschappelijk welzijn", "de voorzitter van het vast bureau" en "de leden
van het vast bureau" geschrapt. De termen worden behouden in het reglement dat
goedgekeurd zal worden door de raad voor het maatschappelijk welzijn.
○
Voor de artikelen 1 tot en met 41 worden enkele vormelijke aanpassingen aangebracht
die geen inhoudelijke aanpassingen met zich meebrengen (bijvoorbeeld het voluit
schrijven van afkortingen, verwijderen van overbodige hoofdletters en het vervangen
van komma's door puntkomma's in opsommingen).
○
De huidige artikelen 42 tot en met 48, ook wel hoofdstuk 9 Naleving en handhaving van
de deontologische code, worden geschrapt. Deze bepalingen worden vervangen door
nieuwe bepalingen die vorm geven aan de deontologische commissie.
Juridische gronden
●
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 39, 40 §3.
●
De deontologische code - mandatarissen van 26 januari 2021.
Adviezen De commissie bestuur gaf op 4 april 2023 een gunstig advies.
Financiële gevolgen Geen financiële gevolgen
Besluit Artikel 1:
De gemeenteraad beslist om de volgende aangepaste deontologische code goed te keuren:
Deontologische code mandatarissen gemeente
Gecoördineerde versie
DEEL I - Toepassingsgebied
Art. 1 De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen.
Voor de gemeente worden hieronder begrepen:
●
de voorzitter van de gemeenteraad;
●
de gemeenteraadsleden;
●
de burgemeester;
●
de schepenen.
Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale
mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de
vertrouwenspersonen.
Lokale mandatarissen die namens de gemeente andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid
eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor
de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide
mandaten.
Indien een mandaat namens de gemeente wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet
vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze
deontologische code te onderschrijven.
6
Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen
dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun
ambt.
DEEL II - Algemene bepalingen
Art. 2 Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen,
groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het
algemeen belang boven het particuliere belang.
Art. 3 De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers
zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale status, nationaliteit, taal,
filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische of politieke voorkeur of persoonlijke gevoelens.
Hoofdstuk I - Belangenvermenging en de schijn ervan
Art. 4 Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk
belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een
organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.
Art. 5 Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs
de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming
wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.
Gedrag bij stemming en beraadslaging: decreet over het lokaal bestuur, artikel 27 §1, §3 en §4.
Gedrag bij stemming en beraadslaging: wet op de overheidsopdrachten, artikel 8.
Gedrag bij stemming en beraadslaging: burgerlijk wetboek, artikel 1596.
Art. 6 Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de
bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is
tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.
Art. 7 Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat
particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.
Art. 8 Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het decreet over het lokaal bestuur genoemde
functies niet uitoefenen.
Verboden functies voor lokale mandatarissen: decreet over het lokaal bestuur, artikel 10
Onverenigbaarheden: decreet over het lokaal bestuur, artikel 11
Art. 9 Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het decreet over het lokaal bestuur
genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.
Verboden handelingen: decreet over het lokaal bestuur, artikel 27 §2 en §3
Art. 10 Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een
lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult
naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.
Art. 11 Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële
belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente zaken
doet of waarin de gemeente een belang heeft.
7
Art. 12 De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn
openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet
meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen
directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde
mandaten en belangen.
Hoofdstuk II - Corruptie en de schijn ervan
Art. 13 Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door
geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.
Art. 14 Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.
Wetgeving inzake corruptie: strafwetboek, artikel 245
Afdeling I - Corruptie en de schijn ervan
Art. 15 Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie
worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje
of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan
één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
●
Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in
verlegenheid brengen;
●
De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats;
●
Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar;
●
Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of
activiteit.
Art. 16 Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen
van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.
Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het
ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente. De algemeen directeur registreert deze
giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke bestemming.
Art. 17 De gemeenteraad kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het
aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.
Art. 18 Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van
anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle
onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
●
Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar;
●
De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
Art. 19 Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor
zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.
Afdeling II - Het aannemen van uitnodigingen
Art. 20 Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door
anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan
worden:
●
De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk;
●
De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele
vertegenwoordiging van de gemeente,…)
8
Afdeling III - Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken
Art. 21 Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen
betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke uitnodiging dient altijd besproken te
worden op de gemeenteraad of het fractievoorzittersoverleg. De uitnodiging kan alleen geaccepteerd
worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie
of beïnvloeding minimaal is.
Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.
Hoofdstuk III - Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur
Art. 22 Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van
faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.
Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: besluit van de Vlaamse regering van 6 juli
2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35 §1.
Art. 23 Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van
interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk
reglement.
Art. 24 Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld
in het huishoudelijk reglement.
Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: decreet over het lokaal bestuur, artikel 38.
Hoofdstuk IV - Omgaan met informatie
Art. 25 De gemeenteraad werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Hij ziet erop toe dat
het college van burgemeester en schepenen alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en
akten openbaar toegankelijk maakt.
Art. 26 Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan
hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden
en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.
Art. 27 Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van
lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente zijn toevertrouwd.
Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of
mogelijk maakt. Dit is ook van toepassing na het naleven van een mandaat.
Art. 28 Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale
mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten,
meningen, overwegingen…).
Wetgeving inzake beroepsgeheim: strafwetboek, artikel 458.
Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: decreet over het lokaal bestuur, artikel 29 §4.
Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: decreet over het lokaal bestuur, artikel 28.
Art. 29 Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en
voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.
9
Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: wet betreffende de motivering, de informatie en
de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en
diensten, artikel 10 §2.
Art. 30 Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van
zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het
persoonlijk belang van anderen.
Art. 31 Een lokale mandataris gaat omzichtig te werk bij het verspreiden van ontvangen
correspondentie (brieven en e-mails) en neemt de vertrouwelijkheid van de inhoud steeds in acht. Hij
maakt correspondentie enkel openbaar indien het de onmiskenbare bedoeling is van de afzender. Bij
twijfel vraagt hij zijn expliciete toestemming.
Hoofdstuk V - Informatiebemiddeling
Art. 32 Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te
verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en de manier
waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.
Art. 33 Informatie waarop de vragensteller geen recht heeft, die de goede werking van de
administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door
de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.
Art. 34 De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde
administratieve dienst(en). Zij stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de
werking van de dienst die instaat voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-
optreden van de overheid.
Hoofdstuk VI - Administratieve begeleiding en ondersteuning van burgers
Art. 35 §1. De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie
met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe
geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen
over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te
stellen over de administratieve behandeling van dossiers.
§2. Bij klachten of conflicten moeten de mandatarissen de burger in eerste instantie doorverwijzen
naar de bevoegde administratieve dienst.
§3. Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale
mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en de personeelsleden, de objectiviteit van de
procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd door de afhandeling van
soortgelijke dossiers.
§4. De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en
ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gevoerd. Er wordt op geen enkele wijze
melding gemaakt van de ondersteunende en begeleidende rol van de lokale mandataris.
§5. Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding
gebeurt zonder enige materiële of financiële tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag
geen vorm van cliëntenwerving inhouden.
Afdeling IV - Schijndienstbetoon
Art. 36 §1. Alle vormen van schijndienstbetoon, waarbij lokale mandatarissen bewust maar onterecht
de indruk wekken dat zij bij de goede afloop van een dossier daadwerkelijk tussenbeide zijn gekomen
10
(eventueel zonder dat de betrokken burger om een tussenkomst heeft gevraagd), en zichzelf op die
manier bij het publiek in een gunstig daglicht stellen zijn verboden.
§2. Bij vermoeden van schijndienstbetoon kan de zaak op de gemeenteraad gebracht worden en kan
de voorzitter van de gemeenteraad bewijzen vragen aan de mandataris bij wie er een vermoeden van
schijndienstbetoon is.
§3. Indien goederen of diensten aan de bevolking worden aangeboden door de gemeente, het OCMW
of derden, mag de lokale mandataris nooit de indruk wekken dat zij persoonlijk van hem afkomstig
zijn.
Hoofdstuk VII - Tussenkomsten
Art. 37 §1. Lokale mandatarissen onthouden zich van tussenkomsten ten bate van particuliere
belangen en individuele dossiers bij de administratie. Ze laten de mededeling aan de belanghebbende
over de uitkomst van een behandeling over aan het bestuur van de gemeente.
§2. Tussenkomsten bij selectievoerende instanties die tot doel hebben het verhogen van kansen op
benoemingen, aanstelling en bevordering in de administratie zijn verboden.
De lokale mandatarissen verwijzen de belanghebbende naar de geldende normen en procedures.
Hoofdstuk VIII - Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen
Art. 38 Gemeenteraadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de
personeelsleden van de gemeente.
Deze houding geldt zowel binnen als buiten de sfeer van de bestuursorganen (bijvoorbeeld, het
gebruik, door de mandataris, van Facebook, pers, of andere kanalen , organen en sites, privé of
publieke , moet respectvol zijn ten overstaan van de andere mandatarissen).
Elk raadslid, elk lid van het college en elk personeelslid is een medemens en medeburger en verdient
respect. Een respectvolle omgang met elkaar zorgt voor een betere beraadslaging en leidt tot
zorgvuldigere en dus betere beslissingen. Bovendien heeft de manier waarop het college en de raad
met elkaar omgaan een invloed op de geloofwaardigheid van de politiek.
Ook wordt eerlijkheid en respect verwacht in de omgang met alle anderen (burgers, mandatarissen,
personeelsleden en andere contactpersonen). Geweld, leugens, misleidende informatie, pesterijen,
laster, eerroof en ongewenst seksueel gedrag, zowel door middel van gesproken of geschreven
woorden als door feitelijke handelingen of gedragingen, zijn verboden.
Art. 39 Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college van burgemeester en schepenen
en de leden van het bijzonder comité, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een
correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische
communicatie.
Art. 40 Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het
huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.
Art. 41 Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en
commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.
DEEL III - De deontologische commissie
Hoofdstuk I - Samenstelling
Art. 42 De gemeenteraad richt een deontologische commissie op.
11
Art. 43 De deontologische commissie bestaat uit volgende leden:
●
twee vertegenwoordigers per lijst die opgekomen is voor de gemeenteraadsverkiezingen en
minstens twee verkozen mandatarissen heeft, of per fractie als de lijst een fractie vormt op de
gemeenteraad;
●
één secretaris zonder stemrecht.
Elke fractie of lijst wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter
van de gemeenteraad. Stel dat de raadsvoorzitter voordrachten ontvangt voor meer dan twee
fractieleden als lid van de commissie, dan beslist de raad.
Voor elk lid wordt één vaste plaatsvervanger aangeduid. Een plaatsvervanger is een raadslid
voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een
raadslid van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds
beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te
voegen.
De algemeen directeur is de secretaris van de deontologische commissie.
Art. 44 Ten hoogste twee derde van de stemgerechtigde leden van de deontologische commissie is
van hetzelfde geslacht.
Art. 45 De deontologische commissie kiest in haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend
voorzitter.
Art. 46 Alle leden van de deontologische commissie, behalve de secretaris, zijn volwaardige leden.
Alle leden beschikken over een stemrecht.
Art. 47 Bij elke volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt de deontologische commissie
opnieuw samengesteld.
Art. 48 Leden van de deontologische commissie dienen ten allen tijde:
●
onpartijdig te zijn;
●
terughoudend te zijn met publiciteit;
●
zorgvuldig om te gaan met de vermeende schender.
Art. 49 Indien een lid een rechtstreeks belang heeft bij de te behandelen zaak, hetzij persoonlijk,
hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de
vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben, dient hij/zij de voorzitter van de
deontologische commissie hiervan schriftelijk te informeren voor aanvang van de vergadering.
Het lid laat zich bij de behandeling van deze zaak vervangen door zijn plaatsvervanger.
Art. 50 Indien een lid niet kan deelnemen aan een vergadering van de deontologische commissie,
verwittigt hij op voorhand de voorzitter en de overige leden van de deontologische commissie.
De vertegenwoordiger brengt zijn vaste plaatsvervanger op de hoogte van de plaatsvervanging.
Art. 51 Een belanghebbende kan een lid van de deontologische commissie wraken op basis van de
gronden vermeld in artikel 49.
Art. 52 Minstens twee leden van de deontologische commissie dienen zich te scharen achter een
wrakingsverzoek.
12
Bij een wraking neemt een plaatsvervanger, die zich niet in dezelfde situatie bevindt, de plaats in van
het gewraakte lid.
Art. 53 Leden van de deontologische commissie ontvangen geen presentiegeld.
Hoofdstuk II - Bevoegdheid
Art. 54 De deontologische commissie onderzoekt en formuleert gemotiveerde adviezen over
meldingen en klachten over vermeende schendingen van de deontologische code van de
gemeenteraad door personen zoals vermeld in het artikel 1, voor zover zij op het moment van de
melding of klacht effectief in functie zijn.
Art. 55 De deontologische commissie geeft adviezen en aanbevelingen aan de gemeenteraad over de
inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de
commissie of minstens één keer per bestuursperiode conform artikel 73 van deze code.
Hoofdstuk III - Werking
Art. 56 De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt
de agenda op.
De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de
vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van
hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor
de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk
agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de leden van de
commissie vanaf de verzending van de agenda.
De bezorging van de oproeping, de agenda en het dossier gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in
de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en
dossiers ontvangen.
Art. 57 De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.
Art. 58 De beraadslaging van de deontologische commissie is geheim. Enkel het definitieve advies van
de deontologische commissie mag openbaar gemaakt worden.
Art. 59 De deontologische commissie kan vergaderen als minstens de helft + 1 van de leden aanwezig
zijn. De secretaris wordt voor het berekenen van dit quorum beschouwd als lid.
DEEL IV - De procedure
Art. 60 De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens
de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de
deontologische code, namelijk:
●
het voorkomen van mogelijke schendingen;
●
het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code;
●
het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code;
●
het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code.
Hoofdstuk I - Het signaleren van vermoedens van schendingen
Art. 61 Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is
overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding maken bij de algemeen
directeur.
13
Hoofdstuk II - Het onderzoeken van vermoedens van schendingen
Art. 62 De algemeen directeur, of het daartoe aangewezen personeelslid, gaat na of er kennelijk
sprake is van een mogelijke schending van de deontologische code.
Art. 63 Indien de algemeen directeur, of het daartoe aangewezen personeelslid, oordeelt dat het
vermoeden van een schending blijft bestaan, dan roept de voorzitter van de deontologische commissie
de leden samen.
Indien er geen kennelijk vermoeden is van een mogelijke schending van de deontologische code, dan
brengt de algemeen directeur de voorzitter van de commissie hiervan per mail op de hoogte. De
voorzitter informeert de overige leden van de deontologische commissie. Dit betekent meteen het
einde van de procedure.
Art. 64 De commissie stelt formeel vast dat de melding of klacht ontvankelijk is.
Als de commissie oordeelt dat de melding of klacht onontvankelijk is, dan betekent dit meteen het
einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De gemeenteraad neemt
in besloten zitting kennis van de onontvankelijkheid van de melding of klacht. Een dergelijk oordeel
dient steeds gemotiveerd te zijn.
Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de commissie ten gronde en roept de voorzitter van de
deontologische commissie de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van
dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.
Art. 65 De deontologische commissie onderzoekt de mogelijke schending en geeft zowel de melder als
de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden.
Niemand kan daartoe verplicht worden.
De betrokkene kan zich laten bijstaan door een raadspersoon.
Art. 66 De deontologische commissie formuleert zijn advies in principe bij consensus.
Bij gebrek aan consensus beslist de deontologische commissie door middel van een gewone
meerderheid.
Art. 67 De gegronde melding of klacht en het daar bijhorende advies van de deontologische
commissie, wordt op initiatief van de voorzitter van de gemeenteraad geagendeerd op de
eerstvolgende gemeenteraad.
Hoofdstuk III - Het zich uitspreken over schendingen
Art. 68 Enkel de gemeenteraad kan zich uitspreken in besloten zitting of een mandataris een
schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische
commissie.
De vermeende schender moet de kans krijgen om door de gemeenteraad zelf gehoord te worden
vooraleer de raad ten gronde besluit.
Art. 69 De uitspraak van de gemeenteraad dient proportioneel te zijn ten aanzien van de aard van de
schending en de context waarbinnen de schending heeft plaatsgevonden.
Art. 70 Wanneer de gemeenteraad vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van
de gemeente, dan kan de raad:
●
zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van een raadslid;
●
vragen dat het raadslid zich verontschuldigt;
●
beslissen een melding te doen bij de bevoegde instanties;
14
●
bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van of door de burgemeester, een schepen of
de voorzitter van de gemeenteraad een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die
een tuchtonderzoek kan instellen;
●
…
Het decreet over het lokaal bestuur biedt de mogelijkheid tot het toepassen van formele sancties
afhankelijk van de feiten, zoals de vervallenverklaring van het mandaat van raadslid dat niet meer aan
de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, schorsing of afzetting van uitvoerende mandatarissen.
DEEL V - Het voorkomen van mogelijke schendingen
Art. 71 Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een
overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of
het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Art. 72 Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een
andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de
twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat
door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
DEEL VI - Evaluatie van de deontologische code
Art. 73 Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de deontologische commissie deze
deontologische code. Ze bekijkt of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.
De commissie brengt hierover verslag uit aan de gemeenteraad.
9.
VERSLAG COMMISSIE WELZIJN VAN 5 APRIL 2023
Feiten en context
●
Op 5 april 2023 heeft de commissie welzijn een vergadering gehouden met als agendapunten:
○
Reglement - Gemeentelijke tussenkomst voor de organisatie van meerdaagse
schoolactiviteiten
○
Retributiereglement gemeentelijk onderwijs
Juridische gronden
●
Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 17 december 2019, inzonderheid artikel
41.
Besluit Enig artikel:
De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van de vergadering van de commissie welzijn van 5
april 2023.
10. ZEFIER - JAARVERGADERING - 8 JUNI 2023
Feiten en context
●
Zefier nodigt het gemeentebestuur uit per brief van 14 maart 2023 voor de algemene
vergadering van 8 juni 2023 om 14 uur in het Auditorium 4 - Communicatiecampus, Sint-
Denijslaan 485 te Gent.
Juridische gronden
15
●
De wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen waarin vermeld staat
dat de gemeenten rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen participeren in bedrijven voor
productie, vervoer en distributie van energie.
●
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikelen 41, 20° en 432
●
De beslissing van de gemeenteraad van 23 februari 2019 waarbij de heer Carel Edwards
aangesteld werd als gemeentelijke afgevaardigde en mevrouw Anja Vermeulen, als
plaatsvervangende vertegenwoordiger.
Financiële gevolgen Geen financiële gevolgen
Besluit met eenparigheid der stemmen
Artikel 1:
De gemeenteraad neemt kennis van de uitnodiging van de algemene vergadering van Zefier van 8
juni 2023 om 14 uur in het Auditorium4 - Communicatiecampus, Sint-Denijslaan 485 te Gent.
Artikel 2:
De gemeenteraad beslist om zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de algemene
vergadering van 8 juni 2023:
1. Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2022
2. Verslag van de commissaris-revisor over de jaarrekening 2022
3. Goedkeuring van de jaarrekening 2020 (balans, resultatenrekening, winstverdeling en
toelichting)
4. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris-revisor
Artikel 3:
De gemeenteraad bevestigt het mandaat van de heer Edwards als gemeentelijke vertegenwoordiger,
zoals vastgelegd bij gemeenteraadsbeslissing van 23 februari 2019.
Artikel 4:
De gemeenteraad beslist de heer Edwards op te dragen zijn stem uit te brengen overeenkomstig
artikel 3 van deze beslissing.
11. HAVILAND INTERCOMMUNALE - ALGEMENE VERGADERING - 21 JUNI 2023
Feiten en context
●
Intercommunale Haviland lgSv nodigt de gemeente Kraainem uit op de algemene vergadering
van woensdag 21 juni 2023 om 18 uur, in de kantoren van Haviland, Brusselsesteenweg 617
te 1731 Zellik.
Juridische gronden
●
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikelen 41, 20° en 432.
●
De beslissing van de gemeenteraad van 23 november 2021 waarbij mevrouw Carine Pin
aangesteld werd als gemeentelijke vertegenwoordiger van de Intercommunale Haviland IgSv.
Financiële gevolgen Geen financiële gevolgen
Besluit Artikel 1:
16
De gemeenteraad neemt kennis van de uitnodiging van de algemene vergadering van Haviland
Intercommunale IgSv op woensdag 21 juni 2023 om 18 uur in de kantoren van Haviland,
Brusselsesteenweg 617 te 1731 Zellik.
Artikel 2:
De gemeenteraad beslist om zijn goedkeuring te hechten aan de agendapunten van de algemene
vergadering van 21 juni 2023:
1. Notulen van de buitengewone algemene vergadering van 14 december 2022: goedkeuring
2. Verslag der activiteiten van het afgelopen boekjaar 2022;
3. Jaarrekening 2022 met balans, resultatenrekening, sociale balans per 31.12.2022, het voorstel
van bestemming van het resultaat en toelichting: goedkeuring (art. 41);
4. verslag van de raad van bestuur over het boekjaar afgesloten op 31.12.2022: goedkeuring (art.
41)
5. verslag van de commissaris over het boekjaar afgesloten op 31.12.2022: goedkeuring (art. 41);
6. bestuur: kwijting aan bestuurders en commissaris (art. 34);
7. vaststelling resultaatsbestemming (art. 41);
8. Toetreding politiezone(s) (art.8)
9. Varia
Artikel 3:
De gemeenteraad bevestigt het mandaat van mevrouw Carine Pin, als gemeentelijke
vertegenwoordiger, zoals vastgelegd bij beslissing van de gemeenteraad van 23 november 2021.
Artikel 4:
De gemeenteraad beslist mevrouw Carine Pin op te dragen haar stem uit te brengen overeenkomstig
artikel 2 van deze beslissing.
12. IVERLEK - ALGEMENE VERGADERING - 23 JUNI 2022
Feiten en context
●
De algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Iverlek heeft plaats op vrijdag
23 juni 2023 om 18 uur in de Salons Waerboom, Jozef Mertensstraat 140 te 1702 Groot-
bijgaarden
Juridische gronden
●
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid, artikelen 41, 20°, en 432.
●
De beslissing van de gemeenteraad van 26 mei 2020, waarbij raadslid Bruno Schroeven
aangesteld werd als plaatsvervangend vertegenwoordiger.
●
De beslissing van de gemeenteraad van 25 mei 2021, waarbij raadslid André Ivanszky
aangesteld werd als gemeentelijke vertegenwoordiger.
Financiële gevolgen Geen financiële gevolgen
Besluit met eenparigheid der stemmen
Artikel 1:
De gemeenteraad neemt kennis van de uitnodiging voor de algemene vergadering van 23 juni 2023
van de opdrachthoudende vereniging Iverlek.
Artikel 2:
De gemeenteraad beslist zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de algemene vergadering
van de opdrachthoudende vereniging Iverlek van 23 juni 2023:
17
1. Kennisgeving verslagen van Iverlek van de raad van bestuur en van de commissaris over het
boekjaar 2022
2. Goedkeuring van de jaarrekening van Iverlek afgesloten op 31 december 2022 (balans,
resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels)
3. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV
4. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale
bestuurscomités en de commissaris van Iverlek met betrekking tot het boekjaar 2022
5. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten
6. Statutaire benoemingen.
7. Statutaire mededelingen
Artikel 3:
De gemeenteraad beslist om het mandaat te bevestigen van de heer André Ivanszky als
gemeentelijke vertegenwoordiger om de vergadering bij te wonen van de opdrachthoudende
vereniging Iverlek, zoals reeds bepaald bij beslissing van de gemeenteraad van 25 mei 2021.
Artikel 4:
De gemeenteraad beslist de heer André Ivanszky op te dragen zijn stem uit te brengen
overeenkomstig artikel 2 van deze beslissing.
13. REGLEMENT - GEMEENTELIJKE TUSSENKOMST VOOR DE ORGANISATIE VAN
MEERDAAGSE SCHOOLACTIVITEITEN
Feiten en context
●
Het college van burgemeester en schepenen besliste op 28 februari 2023 om een blijvende
gemeentelijke tussenkomst voor de organisatie van meerdaagse activiteiten te voorzien die
beperkt is in grootte en tijd, en dit reglementair vast te leggen.
●
De tussenkomst dient financieel draagbaar te zijn voor de gemeente, rekening houdend met de
minder scherpe maximumfactuur voor ouders, de financiële draagkracht van de gemeente en
de economische realiteit.
●
Het reglement werd geschreven vanuit de volgende filosofie:
○
De
gelijke behandeling van alle leerlingen uit beide gemeentelijke basisscholen moet
centraal staan;
○
De financiële regeling voor meerdaagse uitstappen moet
transparant, duidelijk en
efficiënt zijn. Voor ouders moet het helder zijn wat de kosten voor een bepaalde uitstap
voor hen zal zijn. Voor de school moet het duidelijk zijn hoe ze een activiteit zal
financieren. Voor de gemeente moet de financiering van meerdaagse activiteiten
efficiënt gebeuren en op een transparante wijze.
○
De financiële tussenkomst van de gemeente moet
realistisch zijn, ten opzichte van de
kosten,
en de economische evoluties volgen. Daarnaast moet de bijdrage van de
ouders ook een realistische en proportionele bijdrage zijn.
●
De administratie werkte in samenwerking met de bevoegde schepenen en de schooldirecties
een ontwerpreglement uit.
●
De administratie heeft gedurende commissie welzijn uitleg gegeven bij het wettelijk kader rond
dit reglement, de totstandkoming van het reglement, de implicaties ervan voor de betrokken
partijen en de financiële gevolgen.
●
Naast een ontwerpreglement heeft de administratie ook een uitgebreide toelichtende nota
opgesteld, die de insteek van dit reglement toelicht.
●
Met dit reglement zal de gemeente Kraainem haar scholen kunnen ondersteunen om
kwalitatieve meerdaagse uitstappen te organiseren die de leefwereld van kinderen zal
vergroten. Daarnaast vermijdt de gemeente dat de kostprijs van dergelijke activiteiten een
drempel is voor ouders en scholen om op uitstap te gaan.
18
Juridische gronden
●
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 §3 en
56 §1.
●
Het decreet over het basisonderwijs van 25 februari 1997, inzonderheid artikelen 3 14°bis,
27bis §1 en §3, 76.
●
De beslissing van de gemeenteraad van 26 februari 2002, houdende het reglement inzake
tussenkomsten - beide gemeentescholen.
●
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 februari 2023,
houdende meerdaagse activiteiten - tussenkomst gemeente.
●
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 maart 2023, houdende
reglement - Gemeentelijke tussenkomst voor de organisatie van meerdaagse
schoolactiviteiten.
Adviezen
●
De commissie welzijn gaf een gunstig advies.
Financiële gevolgen Geen financiële gevolgen. De financiële gevolgen worden per uitstap vastgelegd.
Besluit met eenparigheid der stemmen
Enig artikel:
De gemeenteraad beslist om het volgende reglement goed te keuren:
Gemeentelijke tussenkomst voor de organisatie van meerdaagse schoolactiviteiten
Hoofdstuk I – Toepassingsgebied
Art 1. Dit reglement is van toepassing op de basisscholen gelegen op het grondgebied van de
gemeente Kraainem en die erkend zijn door de Vlaamse gemeenschap.
Art 2. Dit reglement verstaat onder:
●
Meerdaagse activiteiten: meerdaagse pedagogische activiteiten die plaatsvinden buiten de
schoolmuren en die, minstens gedeeltelijk, op schooldagen georganiseerd worden.
●
Buitenlandse meerdaagse activiteiten: meerdaagse activiteiten met een buitenlandse
verblijfplaats met overnachting.
●
Binnenlandse meerdaagse activiteiten: meerdaagse activiteiten met een binnenlandse
verblijfplaats met overnachting.
●
Minder scherpe maximumfactuur: de kosten voor de organisatie van meerdaagse
activiteiten die de school maximaal mag vragen gedurende de lagere schoolloopbaan. Het
bedrag van de minder scherpe maximumfactuur staat vermeld in het artikel 27bis §4 van het
decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
Hoofstuk II – Voorwaarden
Art 3. Een financiële ondersteuning wordt voorzien voor elke leerling in het lager onderwijs voor
meerdaagse uitstappen tijdens hun lagere schoolloopbaan.
Art 4. Een meerdaagse uitstap moeten voldoen aan de volgende voorwaarde om in aanmerking te
komen:
●
Ze garandeert de vrije keuze van deelname;
●
Ze sluit geen leerlingen uit;
●
Ze heeft een pedagogische waarde en kadert binnen het leerplan;
●
Ze vindt volledig plaats buiten de schoolmuren, activiteiten op school worden uitgesloten;
19
●
De som van de ontvangen tussenkomst en het aan de ouders gevraagde bedrag mag de
effectieve kostprijs van de uitstap niet overstijgen;
●
Andere vormen van financiële ondersteuning (OCMW, ziekenfonds, …) wordt aan de ouders
gecommuniceerd;
●
De minder scherpe maximumfactuur wordt gerespecteerd en zo goed mogelijk benaderd.
Art 5. De gemeentelijke tussenkomst kan enkel gevraagd worden voor leerlingen en begeleiders die
effectief hebben deelgenomen aan de meerdaagse activiteit of voor leerlingen en begeleiders
waarvan de afwezigheid gewettigd wordt geacht en waarvoor de deelname niet meer tijdig
geannuleerd kon worden.
Art 6. De tussenkomst van de gemeente kan maximaal 1/3 van de werkelijke kostprijs bedragen.
Art 7. Een gemeentelijke tussenkomst is slechts mogelijk voor activiteiten die goedgekeurd werden
door het college van burgemeester en schepenen.
Hoofstuk III - Bedrag
Art 8. De gemeentelijke tussenkomst bedraagt, voor het schooljaar 2022-2023, maximaal €20,00
per leerling per nacht, voor zowel binnenlandse als buitenlandse activiteiten, en dit voor een
maximum van 12 nachten per lagere schoolloopbaan.
Art 9. Vanaf 1 september 2023 wordt het bedrag van de maximale gemeentelijke tussenkomst
jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de onderstaande formule.
Mxy −Mxy−1
Tx
y = 1 +
∗ Tx
Mx
y−1
y−1
Txy is de maximale gemeentelijke tussenkomst die de gemeente kan uitbetalen per nacht voor
het komende schooljaar.
Tx(y-1) is de maximale gemeentelijke tussenkomst die de gemeente kan uitbetalen per nacht
voor het afgelopen schooljaar.
Mxy is de minder scherpe maximumfactuur voor het komende schooljaar, die de Vlaamse
gemeenschap heeft vastgelegd op basis van artikel 27bis §4 van het decreet basisonderwijs
van 25 februari 1997.
Mx(y-1) is de minder scherpe maximumfactuur voor het afgelopen schooljaar, die de Vlaamse
gemeenschap heeft vastgelegd op basis van artikel 27bis §4 van het decreet basisonderwijs
van 25 februari 1997.
Art 10. De gemeentelijke tussenkomst houdt rekening met alle gemaakte kosten zoals verblijf,
activiteiten, aankoop materiaal, vergoeding vrijwilligers, deelname betalende begeleiders, … ,
uitgezonderd busvervoer.
Art 11. De school beslist zelf over de invulling van de activiteit en het aantal nachten per activiteit.
Hoofstuk IV – Toekenning
Art 12. De aanvraag voor een tussenkomst gebeurt, voorafgaand aan de meerdaagse activiteit, door
de schooldirectie via een e-mail n
aar xxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx gericht aan het college van
burgemeester en schepenen.
Art 13. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om de financiële tussenkomst voor
een meerdaagse activiteit te onderzoeken en goed of af te keuren.
20
Art 14. Een aanvraag die afgekeurd wordt, zal voorwerp uitmaken van een gemotiveerde beslissing
van het college van burgmeester en schepenen.
Art 15. Na de uitstap bezorgt de school de volgende stavingstukken via een e-mail naar
xxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx:
●
de factuur van het verblijf met daarop de vermelding van het aantal leerlingen en de prijs per
leerling. Indien van toepassing, het aantal betalende begeleiders en de prijs per betalende
begeleider;
●
het aantal leerlingen, en het aantal betalende begeleiders, die effectief deelgenomen hebben
aan de meerdaagse activiteit of waarvan de afwezigheid gewettigd wordt geacht en de
deelname niet meer tijdig geannuleerd kon worden;
●
een uittreksel uit de communicatie naar de ouders over de kostprijs van de uitstap en met de
vermelding van de betoelaging door de gemeente Kraainem. Hiervoor dient volgende zin
vermeld te worden: “met de steun van gemeente Kraainem
”.
Hoofdstuk V - Uitbetaling
Art 16. De tussenkomst gebeurt via overschrijving op de rekening van de school die de aanvraag
indiende.
Art 17. De tussenkomst wordt na de activiteit en na ontvangst van de stavingstukken uitbetaald.
Hoofdstuk VI - Inwerkingtreding
Art 18. Het reglement inzake tussenkomsten beide gemeentescholen van 26 februari 2002 wordt
opgeheven.
Art 19. Dit reglement treedt in werking op 1 september 2023.
14. RETRIBUTIEREGLEMENT VOOR HET GEMEENTELIJK ONDERWIJS
Feiten en context
●
De gemeenteraad keurde op 26 februari 2002 het reglement inzake tussenkomsten - beide
gemeentescholen goed waarin onder andere de gemeentelijke retributies voor het onderwijs
voorzien worden.
●
Deze retributies zijn gedateerd, en jaarlijks keurt de gemeenteraad andere retributies goed bij
via de goedkeuring van de schoolreglementen.
●
Er is nood aan een duidelijk en transparant retributiereglement voor het onderwijs. Sinds 2002
is er namelijk heel wat veranderd waardoor scholen niet zo maar om het even welke retributie
kunnen heffen. Ze dienen rekening te houden met zaken als de (minder) scherpe
maximumfactuur, de bijdrageregeling, ...
●
De administratie stelde in samenwerking met de schooldirecties en de bevoegde schepenen een
ontwerpretributiereglement.
●
De reglement geeft het volledig kader waarbinnen scholen al dan niet, beperkte, bijdragen en
retributies mogen vragen.
●
Het vastleggen van de retributies blijft uiteraard een exclusieve bevoegdheid van de
gemeenteraad maar via dit reglement zal het college van burgemeester en schepenen jaarlijks
de taak krijgen om de lijst van retributies op te stellen. De formalisering van deze regeling zal
door de gemeenteraad gebeurden in de maand mei samen met het schoolreglement.
●
Tot slot, regelt het ontwerpreglement de betalingswijze van de retributies voor het onderwijs.
Juridische gronden
21
●
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 §3 en 56
§1.
●
Het decreet over het basisonderwijs van 25 februari 1997, inzonderheid artikelen 3 14°bis, 27bis
§1 en §3, 76.
●
De beslissing van de gemeenteraad van 26 februari 2002, houdende het reglement inzake
tussenkomsten - beide gemeentescholen.
●
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 maart 2022, houdende
retributiereglement gemeentelijk onderwijs.
Adviezen
●
De commissie welzijn gaf een gunstig advies op 5 april 2023.
Financiële gevolgen Geen financiële gevolgen
Besluit Enig artikel:
De gemeenteraad beslist het volgende retributiereglement voor het gemeentelijk onderwijs:
Retributiereglement voor het gemeentelijk onderwijs
DEEL I - Toepassingsgebied en definities
Art. 1 Dit reglement is van toepassing op de gemeentelijke basisscholen gelegen op het grondgebied
van de gemeente Kraainem.
Art. 2 Dit reglement verstaat onder:
●
Schoolbestuur: de inrichtende macht die verantwoordelijk is voor het gemeentelijk
onderwijs, namelijk het gemeentebestuur;
●
Scherpe maximumfactuur: de kosten voor de activiteiten en materialen die niet noodzakelijk
zijn voor de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen;
●
Minder scherpe maximumfactuur: de kosten voor de organisatie van meerdaagse extra-
muros activiteiten die, minstens gedeeltelijk, binnen de schooluren vallen.
●
Meerdaagse activiteiten: meerdaagse pedagogische activiteiten zoals gedefinieerd in het
reglement gemeentelijke tussenkomst voor de organisatie van meerdaagse
schoolactiviteiten van 25 april 2023.
DEEL II - Retributieplichtige
Art. 3 De retributie is hoofdelijk verschuldigd door de persoon die het kind heeft ingeschreven in een
instelling voor gemeentelijk onderwijs van Kraainem en door al wie overeenkomstig het
Burgerlijk Wetboek (rechtstreeks of onrechtstreeks) gehouden is tot betaling van de kosten in
het kader van de plicht tot levensonderhoud, opvoeding en opleiding van het kind.
DEEL III - Kostenbeheersing
Hoofdstuk I - Kosteloos
Art. 4 Het schoolbestuur vraagt geen direct of indirect inschrijvingsgeld.
Art. 5 Het schoolbestuur vraagt geen bijdrage voor onderwijs gebonden kosten die noodzakelijk zijn
om en eindterm te realiseren of een ontwikkelingsdoel na te streven.
Art. 6 De school legt een lijst van materialen vast die ze gratis ter beschikking stelt.
22
Hoofdstuk II - Scherpe maximumfactuur
Art. 7 Het schoolbestuur kan een beperkte bijdrage vragen voor kosten die ze maakt om een eindterm
of een ontwikkelingsdoel te verlevendigen.
Art. 8 Het bedrag van de scherpe maximumfactuur staat vermeld in het artikel 27bis §2 van het
decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
Art. 9 De hoogte van deze bijdrage jaarlijks wordt vastgelegd door het schoolbestuur, in samenspraak
met de schoolraad.
Hoofdstuk III - Minder schepere maximumfactuur
Art. 10 Voor meerdaagse activiteiten kan enkel in de lagere school een bijdrage gevraagd worden.
Leerlingen zijn niet verplicht om deel te nemen aan deze activiteiten.
Art. 11 Het bedrag van de minder scherpe maximumfactuur staat vermeld in het artikel 27bis §4 van
het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
Art. 12 De hoogte van deze bijdrage jaarlijks vastgelegd door het schoolbestuur, in samenspraak met
de schoolraad.
Hoofdstuk IV - Bijdrageregeling
Art. 13 Bepaalde diensten en materialen kan het schoolbestuur tegen betaling aanbieden. Het gaat om
uitgaven waar geen maximumbedrag voor voorzien is.
Art. 14 De bijdrageregeling wordt jaarlijks vastgelegd door het schoolbestuur, in samenspraak met de
schoolraad.
Art. 15 De diensten en materialen opgenomen in de bijdrageregeling worden door de school niet
gebruikt gedurende de lessen en activiteiten.
Art. 16 De ouders kunnen vrijblijvende de keuze maken om al dan niet gebruik te maken van de
aangeboden diensten en/of materialen.
Hoofdstuk V - Basisuitrusting
Art. 17 Het schoolbestuur kan vastleggen welke zaken tot de basisuitrusting van elke leerling behoren.
Art. 18 De kosten voor de basisuitrusting vallen ten laste van de ouders.
Hoofdstuk VI - Vastlegging retributies
Art. 19 Het college van burgemeester en schepen bereidt voor elk schooljaar de lijst van retributies en
het bedrag ervan voor.
Art. 20 De vastgelegde retributies moeten een billijke vergoeding zijn voor de kosten van de
aangeboden diensten.
Art. 21 De definitieve bijdrageregeling voor het schooljaar wordt door de gemeenteraad jaarlijks in juni
geformaliseerd samen met het schoolreglement.
DEEL IV - Betalingswijze
23
Hoofdstuk I - Inningsprocedure
Art. 22 Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om de inningsprocedure vast te leggen.
Hoofdstuk II - Openstaande vorderingen
Art. 23 De financieel directeur kan in uitzonderlijke omstandigheden, na advies van de directeur van de
school en in samenspraak met de retributieplichtige, uitstel van betaling of betaling op basis van
een afbetalingsplan toestaan.
Art. 24 De school kan elke retributieplichtige, zoals vermeld in artikel 3, afzonderlijk aanspreken voor
het geheel van de schoolrekening.
Art. 25 De school kan niet verplicht worden rekening te houden met overeenkomsten die
retributieplichtigen getroffen hebben of door de rechtbank werden bepaald over de kosten en
de opvoeding van de kinderen. Die regelingen zijn immers niet tegenstelbaar aan derden zoals
de school.
Art. 26 De school hoeft geen gesplitste facturen te maken. Als retributieplichtigen dit wensen krijgen ze
beiden een identieke schoolrekening. Beide retributieplichtigen blijven elk het resterende bedrag
verschuldigd, tot de rekening volledig betaald is.
Art. 27 Met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen, kan
de gemeente zich beroepen op de bepalingen uit artikel 3 van het retributiereglement op de
invordering van fiscale en niet-fiscale ontvangsten Vaststelling van de retributies voor de periode
01/09/2020 tot en met 31/12/2025 van 20 augustus 2020, onverminderd andere
invorderingsmaatregelen die de financieel directeur kan aanwenden.
DEEL V - Inwerkingtreding en bekendmaking
Art. 28 De tarieven worden bekendgemaakt op de website van de scholen en de gemeente en in het
schoolreglement.
Art. 29 Dit reglement treedt in werking op 1 september 2023.
15. WOONMAATSCHAPPIJ OOST-BRABANT-WEST - AANDUIDING BESTUURDER EN
VERTEGENWOORDIGER ALGEMENE VERGADERING
Feiten en context
●
In het kader van de oprichting van de Woonmaatschappij Oost-Brabant-West werd de erkenning
van de sociale huisvestingsmaatschappijen Elk zijn Huis cvba en cvba Volkswoningbouw
verlengd tot en met 30 juni 2023.
●
Vandaag zijn de fusieoperaties afgerond en op 15 juni 2023 vind de
Bijzondere algemene
vergadering ter oprichting van de Woonmaatschappij plaats. Dit gebeurt langs een
statutenwijziging.
●
Op 23 maart 2023 ontving de gemeente een schrijven van Elk zijn Huis cvba met de vraag om
een
kandidaat-bestuurder te willen aanduiden/bevestigen evenals een
vertegenwoordiger
voor de algemene vergadering.
●
De statutaire raad van bestuur van de woonmaatschappij zal bestaan uit
vijftien leden,
waarvan dertien vertegenwoordigers van lokale besturen, een vertegenwoordiger van de private
aandeelhouders en een vertegenwoordiger van de Provincie Vlaams-Brabant.
●
In zitting van
26 februari 2019 besliste de gemeenteraad om
○
raadslid Marie-France Constant aan te duiden als bestuurder van Elk zijn Huis.
24
○
raadslid Vinciane De Meutter aan te duiden als afgevaardigde voor de algemene
vergaderingen van Elk zijn Huis.
●
De gemeenteraad wordt gevraagd om deze aanduiding te bevestigen.
Juridische gronden
●
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017
●
De Vlaamse Codex Wonen art. 4.39/5
●
Het Besluit van de Vlaamse Codex Wonen, art. 4.144-4.146 en Bijlage 11 (de modelstatuten).
Financiële gevolgen Geen financiële gevolgen
Besluit Artikel 1:
De gemeenteraad beslist om de aanduiding van Marie-France Constant als bestuurder van Elk zijn Huis,
vanaf 15 juni 2023 via statutenwijziging omgevormd tot de Woonmaatschappij Oost-Brabant-West, te
bevestigen.
Artikel 2:
De gemeenteraad beslist om de aanduiding van Vinciane De Meutter als vertegenwoordiger in de
algemene vergaderingen van Elk zijn Huis, vanaf 15 juni 2023 via statutenwijziging omgevormd tot de
Woonmaatschappij Oost-Brabant-West, te bevestigen.
16. STREET ART - VASTLEGGING LOCATIES EN THEMA'S
Feiten en context
●
In de zitting van 7 februari 2023 werd de werkgroep van het project Street Art vastgelegd.
●
Na een eerste overleg en plaatsbezoek stelt de werkgroep volgende locaties en thema's voor:
○
nutskasten:
Oudstrijderslaan, ter hoogte van de Q8, aan de 1 nutskast: licht geribbeld, voldoet overig wel
overkant
aan de technische vereisten
Kruising Emiel Bricoutlaan x Oudstrijderslaan 2 nutskasten die voldoen aan de technische
vereisten
ST. Antoniuslaan (speeltuintje)
2 nutskasten waarvan 1 voldoet aan de
technische vereisten
Emiel Bricoutlaan, ter hoogte van de school 2 nutskasten die voldoen aan de technische
Klimboom, aan de overkant
vereisten
Kruising Lijsterbessenbomenlaan x Arthur 2 nutskasten waarvan 1 voldoet aan de
Dezangrélaan
technische vereisten
Kruising
Arthur
Dezangrélaan
x
ST. 1 nutskast: voldoet volledig aan de vereisten
Pancratiuslaan
Alfons Lenaertsstraat (perkje)
2 nutskasten die voldoen aan de technische
vereisten
Vredeplein
2 nutskasten die voldoen aan de technische
vereisten
●
gebouwen (muren):
Sporthal - Patronaatstraat 10
Zijgevel aan de parking, bakstenen gedeelte
Chaudron - Ferdinand Kinnenstraat 72
Zijgevel
25
Optioneel: Elektriciteits'huisje' naast het Zijgevel
Vredegerecht
○
Thema's voor de nutskasten: 'eigen aan Kraainem / samen zijn in Kraainem / activiteiten
in Kraainem', eventueel in combinatie met een bloementhema.
○
Thema's voor de sporthal: 'sport en beweging', eventueel in combinatie met de
geschiedenis van de locatie.
○
Thema's voor de Chaudron / het elektriciteitshuisje: 'locatie / erfgoed / geschiedenis',
'neutraliteit' en dit eventueel in combinatie met een bloementhema.
●
De werkgroep heeft 2 extra nutskasten en 1 extra muur voorzien in bovenstaand voorstel als
marge.
●
Het college van burgemeester en schepenen bereikte over dit punt geen consensus en wordt
door de burgemeester voorgelegd aan de gemeenteraad.
Juridische gronden
●
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikelen 56 en 57.
●
De nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, inzonderheid artikel 107.
●
De beslissing van de gemeenteraad van 22 februari 2022 houdende de opstart van het Street
Art project.
●
De beslissing van de gemeenteraad van 22 december 2022 houdende de goedkeuring van de
gunning van het Street Art project.
●
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 31 januari 2023 houdende
de vastlegging van de samenstelling van de werkgroep.
●
De beslissing van de gemeenteraad van 28 februari 2023 houdende de vastlegging van de
samenstelling van de werkgroep.
●
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 februari 2023 houdende
de vastlegging van de werkgroep.
●
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen 28 maart 2023 houdende Street
art - Vastlegging locaties en thema's
Adviezen
●
Team ruimtelijke ontwikkeling gaf op 22 maart 2023 positief advies over de locaties van de
nutskasten. Deze zullen de komende 5 jaren niet verdwijnen of aangepast worden.
Argumentatie
●
Bovenstaande locaties worden voorgesteld omdat deze een hoofdas vormen in Kraainem, de
inwoners er vaak passeren en de locaties in het oog springen (het zijn geen verborgen plekken).
●
Er werden 2 extra nutskasten en 1 extra muur voorgesteld zodat er een marge is voor mochten
er toch nog onvoorziene afwijzingen zijn.
Financiële gevolgen Geen financiële gevolgen
Besluit met eenparigheid der stemmen
Artikel 1:
De gemeenteraad beslist om volgende locaties vast te leggen en door te sturen naar de leverancier voor
het project Street Art. Op basis van de feedback van de leverancier zal de werkgroep de uiteindelijke
10 nutskasten en 2 muren selecteren.
●
nutskasten:
Oudstrijderslaan, ter hoogte van de Q8, Licht geribbeld, voldoet overig wel aan de
aan de overkant
technische vereisten
26
Kruising
Emiel
Bricoutlaan
x 2 nutskasten die voldoen aan de technische
Oudstrijderslaan
vereisten
Antoniuslaan (speeltuintje)
2 nutskasten waarvan 1 voldoet aan de
technische vereisten
Emiel Bricoutlaan, ter hoogte van de 2 nutskasten die voldoen aan de technische
school Klimboom, aan de overkant
vereisten
Kruising Lijsterbessenbomenlaan x 2 nutskasten waarvan 1 voldoet aan de
Arthur Dezangrélaan
technische vereisten
Kruising Arthur Dezangrélaan x ST. Voldoet volledig aan de vereisten
Pancratiuslaan
Alfons Lenaertsstraat (perkje)
2 nutskasten die voldoen aan de technische
vereisten
Vredeplein
2 nutskasten die voldoen aan de technische
vereisten
●
gebouwen (muren):
Sporthal - Patronaatstraat 10
Zijgevel aan de parking, bakstenen gedeelte
Chaudron - Ferdinand Kinnenstraat 72 Zijgevel
Optioneel: Elektriciteits'huisje' naast Zijgevel
het Vredegerecht
Artikel 2:
De gemeenteraad beslist om volgende thema's vast te leggen voor het project Street Art:
●
Thema's voor de nutskasten: 'eigen aan Kraainem / samen zijn in Kraainem / activiteiten in
Kraainem', eventueel in combinatie met een bloementhema.
●
Thema's voor de sporthal: 'sport en beweging', eventueel in combinatie met de geschiedenis
van de locatie.
●
Thema's voor de Chaudron / het elektriciteitshuisje: 'locatie / erfgoed / geschiedenis',
'neutraliteit' en dit eventueel in combinatie met een bloementhema.
17. MILIEU – RETRIBUTIEREGLEMENT MET BETREKKING TOT DE INZAMELING, HET
HERGEBRUIK, DE RECYCLAGE, DE NUTTIGE TOEPASSING EN DE VERWIJDERING VAN
HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Feiten en context
●
De intercommunale Interza staat in voor de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige
toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen via een huis-aan-huisinzameling
en het beheer van het recyclagepark.
● De wijzigingen die opgenomen zijn in het nieuwe retributiereglement zijn allemaal technisch van
aard, en hebben als voornaamste bedoeling om in lijn te zijn met de Vlaamse regelgeving.
● De wijzigingen aan het reglement staan volledig los van concreet geplande tariefwijzigingen.
Binnen de begroting van Interza voor 2023 zijn geen tariefwijzigingen voorzien.
Juridische gronden
●
De grondwet, artikel 170, §4.
●
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel en 40 en 41.
●
Het materialendecreet van 14 december 2011.
●
Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams
reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
●
Het decreet op de intergemeentelijke samenwerking.
27
●
Het samenwerkingsverband en de statuten van de intercommunale Interza.
●
Het besluit van de gemeenteraad van 24 november 2020 betreffende de contantbelasting op de
inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van
huishoudelijke afvalstoffen.
Argumentatie
● Jan Buysse, directeur van Interza
○ "De afvaltarieven werden tot op heden als contantbelasting geïnd. Conform de rechtsleer
wordt een belasting eerder gedefinieerd als een algemene bijdrage zonder rechtstreekse
band met een prestatie, terwijl een retributie een bedrag is dat we betalen voor een
specifieke dienstprestatie en waarvan de vergoeding in verhouding staat met de
kostprijs ervan.
○ De Vlaamse regelgeving verplicht lokale besturen in Vlarema om in de aanrekening van
dienstverlening rond huishoudelijk afval de werkelijke kost aan te rekenen. In deze
optiek worden de afvaltarieven best als retributie verrekend eerder dan als
contantbelasting. Aanpassingen aan de tarieven zijn in dat opzicht ook veeleer
technische dan wel politieke beslissingen. Het college krijgt de taak deze beslissingen
uit te voeren.
○ In tijden van zeer sterke inflatie en onstabiele grondstoffenmarkten is het aangewezen
om de afvaltarieven voldoende regelmatig aan te passen zodat de kloof tussen kostprijs
en tarief voldoende klein blijft en zodat de verrekening van de kostaanpassingen zonder
al te grote schokken verloopt. De kosten van de intercommunale zijn zeer sterk
gebonden aan de prijzen voor stookolie en aan de loonkosten. Wanneer de tarieven voor
dienstverlening onvoldoende de kostprijs dekken, zal dit een negatieve impact hebben
op de vennotenbijdrage en op deze wijze op de gemeentelijke financiën.
○ Het is belangrijk dat de gemeenten in deze tijden voldoende financiële middelen
behouden om de sterke sociale noden en noodzakelijke investeringen te kunnen
doorvoeren.
○ Belangrijk is om aan te geven dat de begroting van Interza voor 2023 geen
tariefstijgingen voorziet. Nadien zullen er regelmatige evaluaties worden gemaakt
conform de Vlaamse regelgeving.
○ De intercommunale zal verder blijven inzetten op verbeterd sorteergedrag en
afvalpreventie, zodat de globale kost voor de inwoners zoals in de voorbije jaren verder
kan dalen. Het heeft evenwel beleidsmatig geen zin om de “vervuiling” van een beperkte
groep inwoners met bovengemiddeld veel afval verder te subsidiëren ten koste van de
gemeentelijke financiële slagkracht. Dit zou bovendien conform Vlarema niet toegelaten
zijn.
○ De ruime vrijstelling voor aanvoer van recycleerbaar afval op de recyclageparken blijft
behouden en kan niet zonder toestemming van de gemeenteraad worden gewijzigd.
Voor 15 andere afvalsoorten blijft de gratis aanvoer op het recyclagepark gelden.
Financiële gevolgen Interza staat in voor de inning van de inkomsten.
Besluit met eenparigheid der stemmen
Artikel 1
De gemeenteraad beslist om vanaf 1 mei 2023 een retributie wordt gevestigd op de volgende
ingezamelde fracties van huishoudelijke oorsprong:
a) Huis-aan-huisinzameling
1) verwijdering van restafval en groot restafval (grof vuil)
28
2) recyclage van plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons (P+MD)
3) recyclage van GFT-afval
4) verwijdering van gebonden asbesthoudend bouwafval
5) verkoop van composteerbare zakjes, emmertjes en containers voor papier, glas en gft
b) Brengmethode (recyclagepark)
1) inzameling en verwijdering van niet recycleerbaar groot restafval (brandbaar en niet brandbaar)
2) inzameling en recyclage van bouw- en sloopafval, groenafval, houtafval & kunststofafval
3) inzameling en recyclage van gebonden asbesthoudend bouwafval
c) Ondergrondse inzameling.(enkel voor bewoners met sorteerstraten)
1) verwijdering van restafval
2) recyclage van GFT-afval
3) Verstrekken van een bijkomende badge of een nieuwe badge na verlies
Artikel 2:
Het bedrag van de retributie wordt voor de huis-aan-huisinzameling als volgt vastgesteld.
Fractie retributie
a) Restafval
45 l zak
2 euro
22.5 l zak
1 euro
1100 liter container
32 euro per lediging
b) Groot restafval
Per laadbak (2 m3)
25 euro
c) Plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons
70 l zak
0,125 euro
De verplichting tot aanlevering in de blauwe P+MD-zak geldt eveneens bij aanvoer op het recyclagepark.
d) GFT-afval (Gebruiksrecht per jaar via gft sticker)
Container 240 liter
90 euro
Container 140 liter
60 euro
e) gebonden asbesthoudend bouwafval
Bigbag met afmetingen 3.10 x 1.10 x 0.30 meter
30 euro
f) Aankoop van composteerbare zakjes, compostvaten en -bakken, emmertjes en containers voor
papier, glas en gft
Emmertje met één rol van 50 zakjes
6 euro
Twee rollen van 50 zakjes
6 euro
Zakasbakje
2.5 euro
Compostvat
15 euro
Compostbak
25 euro
29
Container voor papierafval (140 of 240 liter) 40 euro
Container voor glasafval (140 of 240 liter)
40 euro
Bakje voor glasafval
6 euro
Containers voor papier en glas bij collectief gebruik in meergezinswoningen Gratis bruikleen
Eerste container voor gft afval per woning (140 of 240 liter)
Gratis Bruikleen
Tweede container voor gft afval per woning (140 of 240 liter)
40 euro
Leveringskosten voor containers aan huis
15 euro
Artikel 3:
Het groot restafval, groenafval, houtafval, harde plastics, zuiver steenpuin, gemengd bouwafval en
asbesthoudend bouwafval kunnen tegen betaling aangeboden worden op het recyclagepark in
samenwerking met en volgens de voorschriften van INTERZA. De wijze van betaling geschiedt op de
door INTERZA
voorgeschreven wijze, door middel van afgifte van een betaalbewijs conform de regels van INTERZA of
door elektronische betaling via bancontact.
De basis van de tarifering wordt gevormd door het volume van het aangeboden afval volgens de
geldende tariefcategorie. Dit volume worden bepaald als het volume van de meetkundige balk gevormd
door de uiteindes van het afval in de verschillende dimensies.
Volgende categorieën worden onderscheiden:
Categorie 1: Volume tot 0.25 m3
Categorie 2: Volume tussen 0.25 en 0.5 m3
Categorie 3: Volume tussen 0.5 en 1 m3
Categorie 4: Volume tussen 1 en 1.5 m3
Categorie 5: Volume tussen 1.5 en 2 m3
Categorie 6: Volume tussen 2 en 3 m3
Volgende tarieven worden gehanteerd in euro
Asbesthoudend
Recycleerbaar
(groen, Gemengd
bouwafval
en
bouwafval
harde plastics, hout en groot restafval
zuiver steen)
Cat 1
5
2.5
6.25
Cat 2
10
5
12.5
Cat 3
20
10
25
Cat 4
30
15
32.5
Cat 5
40
20
50
Cat 6
60
30
75
In afwijking van bovenstaande tarieven wordt voor zetels en sanitair porselein (WC, lavabo) een vast
tarief gehanteerd van 5 euro, voor meerpersoons zetels en matrassen geldt een vast tarief van 10 euro.
Ieder gezin heeft recht op een jaarlijkse vrijstelling van 25 euro voor de aanvoer van recycleerbaar afval
en asbesthoudend bouwafval.
Bij een jaarlijkse aanvoer per gezin voor meer dan 100 euro, worden de tarieven verhoogd met 50 %.
Zowel de vrijstelling als de verhoging worden berekend per kalenderjaar.
Voor de aanvraag van een toegangsbadge voor KMO’s en voor personen met eigendom of verblijf in de
gemeente zonder domicilie wordt eenmalig 20 euro administratiekost aangerekend.
Artikel 4:
Het bedrag van de retributie voor de ondergrondse inzameling wordt als volgt vastgesteld:
30
Fractie
Tarief
A) Restafval
Per dumping van restafval in de 30 liter trommel
1.25 euro
B) Gft
Per dumping van gft in de 20 liter trommel
0,25 euro
C) Verstrekken van een bijkomende badge of een nieuwe badge na verlies
5 euro
De vermelde retributie, is verschuldigd door eenieder die bij herhaling voor hetzelfde adres een badge
voor gebruik van de ondergrondse containers aanvraagt.
De personen die gebruik maken van de bij hun woning horende ondergrondse containers voor
inzameling en hiervoor bij herhaling (tweede, derde, vierde …keer ) een toegangsbadge aanvragen zijn
dit bedrag verschuldigd bij de aanvraag van de badge via het klantenportaal. Dit bedrag wordt voor
verzending afgetrokken van het tegoed op de klantenrekening geassocieerd met de badge.
Artikel 5:
§ 1. De retributie vermeld in artikel 2, a) en b) is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de
gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van restafval.
§ 2. De retributie vermeld in artikel 2, c) is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de
gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van plastic verpakkingen, metalen
verpakkingen en drankkartons.
§ 3. De retributie vermeld in artikel 2, d) is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de
gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van GFT-afval.
§ 4. De retributie vermeld in artikel 2, e) is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de
gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van gebonden asbesthoudend bouwafval.
§ 5. De retributie vermeld in artikel 2, f) is verschuldigd door eenieder die De betrokken afvalrecipiënten
bij Interza aankoopt
§ 6. De retributie vermeld in artikel 3 is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de
gemeentelijke dienstverlening inzake inzameling op het recyclagepark.
§ 7. De retributie vermeld in artikel 4a), is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de
ondergrondse containers opgesteld met het oog op inzameling bij diens woning van, restafval.
§ 8. De retributie vermeld in artikel 4b), is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de
ondergrondse containers opgesteld met het oog op inzameling bij diens woning van gft.
§ 9. De retributie vermeld in artikel 4c), is verschuldigd door eenieder die bij herhaling voor hetzelfde
adres een badge voor gebruik van de ondergrondse containers aanvraagt.
Artikel 6:
§ 1. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven zakken zijn de retributie
verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).
Gebruikers van 1100 liter containers zijn de retributie verschuldigd bij aanvang van het kalenderjaar
waarop de dienstverlening betrekking heeft
§ 2. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers voor GFT-
afval zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop van de door de gemeente voorgeschreven stickers
op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).
§ 3. De personen die voor de aanbreng van afvalstoffen gebruik maken van het gemeentelijk
recyclagepark zijn de in artikel 3 vermelde retributie verschuldigd.
Artikel 7:
Het intergemeentelijk samenwerkingsverband Interza wordt gemachtigd om de retributie voor het
gebruik van de restafvalzakken en 1100 liter containers voor restafval (art. 2a,3°), voor de huis-aan-
huisinzameling van grof vuil, p+md en gebonden asbesthoudend bouwafval (art 2b en 2e), voor de
verkoop van afvalrecipïenten (art 2f), voor de aanvoer van afval naar het recyclagepark (art. 3) en voor
de ondergrondse inzameling (art 4) te innen.
31
Het intergemeentelijk samenwerkingsverband Interza wordt gemachtigd om de retributie voor het
gebruik van de gft-stickers te innen. De inkomsten voor de gft sticker worden doorgestort op basis van
de gemeente waarvoor de sticker werd aangekocht.
Artikel 8:
Conform de bepalingen van het Vlarema dienen de gevraagde afvaltarieven de weerslag te zijn van de
werkelijke kost in toepassing van het principe “de vervuiler betaalt”.
Het college van Burgemeester en Schepenen dient deze aanpassingen door te voeren, op vraag van de
raad van bestuur van Interza dat zich hiervoor baseert op de kostprijscalculatie van de intercommunale
conform Vlarema, zonder doorrekening van de overheadkosten.
Voor wat betreft de tarieven op de recyclageparken mag de kostprijs van de vaste infrastructuur en de
vaste personeelsleden niet in de kostprijs aan de inwoner verrekend worden, wel de totale kosten voor
de verwerking en het transport van het afval.
Het principe dat ieder gezin jaarlijks een equivalente hoeveelheid van 2.5 m3 recycleerbare afvalstoffen
gratis op het recyclagepark mag aanbrengen dient gevrijwaard te worden.
Artikel 9:
De retributie moet contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs.
Wanneer contante betaling uitzonderlijk niet mogelijk is, wordt de retributie betaald binnen de 14 dagen
nadat de betalingsuitnodiging verzonden is.
Wanneer een herinnering vereist is (saldo onder nul en betalingstermijn is verlopen), wordt deze digitaal
of per post verstuurd en worden er geen administratiekosten aangerekend. Wanneer een aanmaning
vereist is (saldo onder nul en niet-betaling binnen de 14 dagen na de herinnering), wordt deze
aangetekend verstuurd en worden 25 euro administratiekosten aangerekend. Het volledig verschuldigde
bedrag zal ingevorderd worden via dwangbevel overeenkomstig artikel 177, tweede lid van het decreet
over het lokaal bestuur van 22 december 2017, of in voorkomend geval langs gerechtelijke weg.
Artikel 10:
De gemeenteraadsbeslissing van 24 november 2020 houdende het vaststellen van het reglement op de
inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke
afvalstoffen. wordt opgeheven.
Artikel 11
: Onderhavig reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het
lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen. De bekendmaking van dit reglement wordt
aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over
het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Artikel 12:
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan Interza en Ovam.
18. OMGEVING - GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN - ADVIESAANVRAAG
GEMEENTERAAD NAAR AANLEIDING VAN NIET MEER GELDIG TE VERKLAREN
BEPERKTE ONDERDELEN GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN
Feiten en context
●
Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Kraainem heeft in zitting van
19 april 2022 de formele vraag gesteld aan de provincie om een aantal bepalingen uit haar
structuurplan niet meer geldig te verklaren naar aanleiding van de voorlopige vaststelling van
het ontwerp van Provinciaal Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant in toepassing van art. 2.1.8.
§2 VCRO.
32
●
In zitting van 11 oktober 2022 besliste de provincieraad in dit verband het advies van de
gemeenteraad van Kraainem te vragen over het niet meer geldig verklaren van volgende
onderdelen van het gemeentelijke ruimtelijke structuurplan zoals goedgekeurd door de
deputatie op 01 maart 2007:
- P 7 Richtinggevend deel, onder '1.4.1 Concepten m.b.t. Kraainem Noord &
Midden-Stokkel', de zinnen: "Het Pikdorenveld gelegen tussen K. Astridiaan,
Wezembeeklaan, de Burburelaan en de bedding van de tramlijn 39 wordt als een
strategisch projectgebied beschouwd waar ontwikkelingen worden voorop gesteld in
een groen kader. De plannen voor de ontwikkeling van de Wezembeeklaan zijn hier
een onderdeel van en moeten eerst worden uitgewerkt alvorens de ontwikkeling van
het noordelijk deel van Pikdorenveld kan worden opgestart."
- P 22-23 Richtinggevend deel onder '2.2 Gewenste Nederzettingsstructuur -
Woonbeleid gericht op de uitbouw van het stedelijk gebied en versterking van de
kernen', de zinsnede: "... (bv. Pikdorenveld) …”
- P 26 Richtinggevend deel onder '2.2.3 Uitbouwen Kernen Kraainem Noord, Midden en
Stokkel Kraainem Midden kwalitatief stedelijk woongebied' de zin: “Ontwikkelen van
het Pikdorenveld als kernversterkend project, waarbij de plannen voor de herinrichting
van de Wezembeeklaan moeten uitgewerkt zijn alvorens de ontwikkeling van
Pikdorenveld noord kan opgestart worden.”
- P 30 Richtinggevend deel onder 2.3.1.2 Categorie 2 -Zonevreemde woningen in
overige openruimtegebieden', de zinsnede: “de ontwikkelingen dienen afgewogen te
worden tegenover de ontwikkeling van het stedelijk project Pikdorenveld;”
- P 39 Richtinggevend deel, het volledige tekstdeel inzake ‘2.4.7 Overige gebieden, die
op termijn in aanmerking komen voor woningbouw’
- P 40 Richtinggevend deel onder '2,5.1.2 Randvoorwaarden ten aanzien van de
bovenlokale kleinhandelszone Wezembeeklaan', de zinnen: “Een verdere bespreking
van de ontwikkelingsmogelijkheden is opgenomen in hoofdstuk 3 / deelgebied
Pikdorenveld. Aangezien het om een strategische ontwikkeling in het stedelijk gebied
gaat, vormt het voorstel een suggestie naar de hogere overheid.”
- P 50-51 Richtinggevend deel onder 2.8.3.1.1 Scenario 1 / bovenlokaal
ontwikkelingsperspectief, de zin: “Een verdere bespreking van de
ontwikkelingsmogelijkheden is opgenomen in hoofdstuk 3 / deelgebied Pikdorenveld.”
- P 51 Richtinggevend deel onder 2.8.3.1.2 Scenario 2 / lokaal
ontwikkelingsperspectief, de zin: “Het lokaal ontwikkelingsperspectief wordt verder
besproken in hoofdstuk 3 / deelgebied Pikdorenveld.”
- P 57-60 Richtinggevend deel het volledige hoofdstuk 3 inzake ‘GEWENSTE
ONTWIKKELING DEELRUIMTEN'
- P 5 Bindend deel, in bindende bepaling nr. 14 de zin: “De uitbouw van de handels-
en bedrijfsfunctie zowel als de mogelijkheden voor woningbouw voor het deelgebied
Pikdorenveld.”
Juridische gronden
●
Het besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 11 oktober 2022, houdende
Provinciaal Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant - Ontwerp - Voorlopige vaststelling door
provincieraad.
●
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 40.
Financiële gevolgen Geen financiële gevolgen
Besluit met eenparigheid der stemmen
Artikel 1:
33
De gemeenteraad beslist om gunstig advies te verlenen over het niet meer geldig verklaren van
volgende onderdelen van het gemeentelijke ruimtelijke structuurplan zoals goedgekeurd door de
deputatie op 01 maart 2007:
- P 7 Richtinggevend deel, onder '1.4.1 Concepten m.b.t. Kraainem Noord &
Midden-Stokkel', de zinnen: "Het Pikdorenveld gelegen tussen K. Astridiaan,
Wezembeeklaan, de Burburelaan en de bedding van de tramlijn 39 wordt als een
strategisch projectgebied beschouwd waar ontwikkelingen worden voorop gesteld in
een groen kader. De plannen voor de ontwikkeling van de Wezembeeklaan zijn hier
een onderdeel van en moeten eerst worden uitgewerkt alvorens de ontwikkeling van
het noordelijk deel van Pikdorenveld kan worden opgestart."
- P 22-23 Richtinggevend deel onder '2.2 Gewenste Nederzettingsstructuur -
Woonbeleid gericht op de uitbouw van het stedelijk gebied en versterking van de
kernen', de zinsnede: "... (bv. Pikdorenveld) …”
- P 26 Richtinggevend deel onder '2.2.3 Uitbouwen Kernen Kraainem Noord, Midden en
Stokkel Kraainem Midden kwalitatief stedelijk woongebied' de zin: “Ontwikkelen van
het Pikdorenveld als kernversterkend project, waarbij de plannen voor de herinrichting
van de Wezembeeklaan moeten uitgewerkt zijn alvorens de ontwikkeling van
Pikdorenveld noord kan opgestart worden.”
- P 30 Richtinggevend deel onder 2.3.1.2 Categorie 2 -Zonevreemde woningen in
overige openruimtegebieden', de zinsnede: “de ontwikkelingen dienen afgewogen te
worden tegenover de ontwikkeling van het stedelijk project Pikdorenveld;”
- P 39 Richtinggevend deel, het volledige tekstdeel inzake ‘2.4.7 Overige gebieden, die
op termijn in aanmerking komen voor woningbouw’
- P 40 Richtinggevend deel onder '2,5.1.2 Randvoorwaarden ten aanzien van de
bovenlokale kleinhandelszone Wezembeeklaan', de zinnen: “Een verdere bespreking
van de ontwikkelingsmogelijkheden is opgenomen in hoofdstuk 3 / deelgebied
Pikdorenveld. Aangezien het om een strategische ontwikkeling in het stedelijk gebied
gaat, vormt het voorstel een suggestie naar de hogere overheid.”
- P 50-51 Richtinggevend deel onder 2.8.3.1.1 Scenario 1 / bovenlokaal
ontwikkelingsperspectief, de zin: “Een verdere bespreking van de
ontwikkelingsmogelijkheden is opgenomen in hoofdstuk 3 / deelgebied Pikdorenveld.”
- P 51 Richtinggevend deel onder 2.8.3.1.2 Scenario 2 / lokaal ontwikkelingsperspectief, de zin: “Het
lokaal ontwikkelingsperspectief wordt verder
besproken in hoofdstuk 3 / deelgebied Pikdorenveld.”
- P 57-60 Richtinggevend deel het volledige hoofdstuk 3 inzake ‘GEWENSTE
ONTWIKKELING DEELRUIMTEN'
- P 5 Bindend deel, in bindende bepaling nr. 14 de zin: “De uitbouw van de handels-
en bedrijfsfunctie zowel als de mogelijkheden voor woningbouw voor het deelgebied
Pikdorenveld.”
Artikel 2:
De gemeenteraad beslist om het advies uiterlijk voor 1 mei 2023 per e-mail te bezorgen aan
xxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxx.xx.
19. BULLETIN DER SCHRIFTELIJKE VRAGEN
Feiten en context
●
De beantwoorde schriftelijke vragen worden opgenomen in het bulletin tijdens de eerste
volgende vergadering.
●
Er werd één schriftelijke vraag ingediend door de heer Pierre Simon betreffende de werken
uitgevoerd op de Baron Albert d'Huartlaan.
34
Juridische gronden
●
De beslissing van de gemeenteraad van 29 september 2020 houdende huishoudelijk reglement,
inzonderheid artikel 11, 2de alinea.
Besluit Enig artikel:
De gemeenteraad neemt kennis van de vraag van de heer Pierre Simon over de werken uitgevoerd op
de Baron Albert d'Huartlaan en het bijhorende antwoord.
20. BEHANDELING MONDELINGE VRAGEN VORIGE ZITTING VAN 28 MAART 2023
Feiten en context
● Als de burgemeester of de bevoegde schepenen niet in de mogelijkheid zijn om onmiddellijk te
antwoorden op de gestelde mondelinge vragen tijdens de vergadering worden deze op de
volgende vergadering beantwoord.
Juridische gronden
● De beslissing van de gemeenteraad van 29 september 202 houdende huishoudelijk reglement,
inzonderheid artikel 11, 3de alinea.
Besluit Enig artikel:
De gemeenteraad neemt kennis dat de mondelinge vragen van de vorige vergadering van de
gemeenteraad van 28 maart 2023 behandeld werden.
21. MONDELINGE VRAGEN
De gemeenteraad behandelt volgende mondelinge vragen:
Joëlle Eggermont
Luc Timmermans
Algemeen directeur
Voorzitter
35